Typisch gebruikt in architecturale verlichting, maakt een ‘current sinking’ regeling gebruik van 10 V gelijkstroom geleverd door ballast of driver. De regelaar reduceert de teruggeleverde volt naar de verlichting. Als de regelaar de volledige 10 V teruggeeft, zal het licht op zijn helderste niveau zijn. Het licht zal op minimumniveau branden als geen spanning wordt teruggegeven. Het stroom zinkend schema creëert een fail safe situatie. Als een stuurstroomdraad wordt doorgesneden of de controller uitvalt, zullen de lampjes gaan branden.
Gewoonlijk wordt de 10 V stuurspanning geleverd via een weerstand. De regeling wordt bereikt (en de stroom wordt verzonken) door een variabele weerstand aan te sluiten tussen de stuurspanningsaansluiting en de massa. De twee weerstanden vormen een spanningsdeler om een regelspanning te produceren Vc = Vs * (Rc / (Rc + Rs)) waarbij Vc de teruggeleverde regelspanning is, Vs de bronspanning, Rc de variabele regelweerstand, en Rs de bronweerstand. Vs mag groter zijn dan 10 V, zodat een maximale beoogde waarde van Rc een maximale regelspanning van 10 V oplevert. Rc moet worden ingesteld op een waarde van 0 ohm (een directe kortsluiting) om een regelspanning van 0 V terug te geven.
In de praktijk kunnen veel 0-10 V dimbesturingsingangen worden bediend door de variabele regelweerstand te vervangen door een elektronische schakelaar. Als de schakelaar aan staat, is de stuurspanning bijna 0 en is het licht volledig gedimd. Als de schakelaar uit staat, is de stuurspanning maximaal en is het licht volledig helder. De schakelaar wordt aangestuurd door een PWM-signaal (Pulse Width Modulation), dat de schakelaar afwisselend aan en uit zet in een snel tempo. De relatieve verhouding tussen uit- en inschakeltijd bepaalt de helderheid. Als de schakelaar bijvoorbeeld 10% van de tijd uit staat, is het resulterende stuursignaal het equivalent van 1 V die met een variabele weerstand wordt geproduceerd. De PWM-methode vereist geen selectie van nauwkeurige weerstandswaarden. De methode kan gelijktijdig worden toegepast op stuursignalen van meerdere lampen door hun stuuringangen parallel te schakelen.
Dimmende fluorescentievoorschakelapparaten en dimmende LED-drivers gebruiken vaak 0-10 V stuursignalen om dimfuncties te regelen. In veel gevallen is het dimbereik van de voeding of het voorschakelapparaat beperkt. Indien de lichtoutput slechts van 100% tot 10% kan worden gedimd, moet er een schakelaar of relais beschikbaar zijn om de stroomtoevoer naar het systeem te onderbreken en de verlichting volledig uit te schakelen. Sommige 0-10 V regelaars hebben een ingebouwd netspanningsrelais, andere vereisen een extern netspanningsrelais. Sommige 0-10 V regelaars, meestal 0-10 V Blink’n’Dim adapters genoemd, creëren een 0-10 V stuursignaal in antwoord op korte knippersignalen van de netschakelaar. Afhankelijk van de toepassing moeten deze opties worden overwogen.