Agaja, ook gespeld als Agadja, (geb. ca. 1673-gestorven 1740, Allada, Dahomey ), derde heerser van het West-Afrikaanse koninkrijk Dahomey (1708-40), die zijn koninkrijk zuidwaarts tot aan de kust wist uit te breiden en het door belangrijke bestuurlijke hervormingen consolideerde en centraliseerde.
Het eerste deel van Agaja’s bewind was verreweg het meest succesvol. Van 1708 tot 1727 voerde hij een reeks expansionistische oorlogen, die culmineerden in de overname van het koninkrijk Allada in 1724 en van de belangrijke kusthandelsstaat Whydah (Ouïdah) in 1727. In de tweede helft van zijn bewind kreeg hij echter te maken met invallen van het machtige Oyo koninkrijk in het noordoosten.
De Oyo vielen in 1726 voor het eerst Dahomey binnen, versloegen Agaja’s troepen met gemak en staken zijn hoofdstad Abomey in brand, waarna zij huiswaarts keerden. Ze vielen Dahomey opnieuw binnen in 1728, 1729 en 1730. Agaja en zijn mannen trokken zich terug of verborgen zich terwijl de Oyo brandstichtten en plunderden. Uiteindelijk, in 1730, werd Agaja gedwongen tot een overeenkomst en het betalen van eerbetoon. Hij gaf ook zijn verzet tegen de slavenhandel op, hoewel hij vasthield aan een koninklijk monopolie. Van 1730 tot aan zijn dood behield hij zijn hoofdstad in Allada, ten zuiden van zijn vroegere hoofdstad; toen zijn grondgebied eenmaal veilig leek, concentreerde hij zich op bestuurlijke hervormingen, met name de oprichting van een bureaucratie onder koninklijk toezicht. Na 1735 ontstond er echter interne verdeeldheid, deels vanwege de wrok van de stamhoofden over het koninklijke monopolie op de slavenhandel, en in 1737 werd deze handel vrij. Intussen was Agaja kennelijk niet in staat de jaarlijkse bijdrage aan de Oyo te blijven betalen, die zijn koninkrijk het jaar voor zijn dood nog een keer binnenvielen.