Aliyah (Torah)

Number of aliyot Occasion
3 Mondays and Thursdays, Shabbat afternoon, fast days, Hanukkah, Purim, Yom Kippur afternoon
4 Rosh Chodesh, Chol HaMoed
5 Passover, Shavuot, Rosh Hashanah, Sukkot, Shemini Atzeret, Simchat Torah
6 Yom Kippur morning
7 Shabbat (Saturday) morning

On Saturday mornings, there are seven olim, the maximum of any day, but more may be added if desired, by subdividing these seven aliyot or repeating passages (according to the custom of some communities). When a festival or Yom Kippur coincides with Shabbat the readings are divided into seven aliyot instead of five or six.

In most congregations, the oleh does not himself read the Torah aloud. In de meeste gemeenten leest de oleh niet zelf de Tora hardop, maar staat hij ernaast terwijl een geoefend deskundige, een ba’al k’ri’ah (“iemand die verantwoordelijk is voor het lezen”; soms ba’al ko’re) genoemd, de Tora, met cantillatie, voorleest voor de gemeente. In sommige gemeenten volgt de oleh de expert op de voet en leest fluisterend voor. In Jemenitische gemeenschappen leest de oleh de portie zelf, terwijl een andere persoon, meestal een jonge jongen, de Targum na elk vers reciteert.

De eerste alijahEdit

Volgens het orthodoxe Jodendom is de eerste oleh (persoon die geroepen wordt om te lezen) een kohen (zie De mitswa van het heiligen van de kohen#De eerste alijah) en de tweede een levi; de overige olim zijn yisr’elim – Joden die noch kohen noch levi zijn. (Dit veronderstelt dat zulke mensen beschikbaar zijn; er zijn regels voor wat er gedaan wordt als zij dat niet zijn). De eerste twee aliyot worden aangeduid als “Kohen” en “Levi,” terwijl de rest bekend is onder hun nummer (in het Hebreeuws). Deze praktijk wordt ook gevolgd in sommige, maar niet alle conservatieve synagogen. Hervormd en Reconstructionistisch Jodendom hebben de speciale rituele rollen voor de afstammelingen van de Bijbelse priesterlijke en levitische kasten afgeschaft.

Elke oleh komt, nadat hij tot de Torah is geroepen, dichterbij, reciteert een zegen, er wordt een portie voorgelezen, en de ‘oleh’ sluit af met nog een zegening. Dan wordt de volgende oleh geroepen.

De gabbai reciteert een Hebreeuws vers bij het roepen van de eerste persoon tot de Tora. Daarna worden mannen geroepen met: “Ya’amod (Laat hem opstaan), ben (zoon van) (de naam van de Aliyah in het Hebreeuws).” In synagogen waar vrouwen aliyot mogen ontvangen, worden vrouwen geroepen met “Ta’amod (Laat haar opstaan), bat (dochter van) (de naam van de Aliyah in het Hebreeuws).”

Deze aliyot worden gevolgd door halve kaddisj. Wanneer de Tora ’s middags wordt gelezen, wordt de kaddisj niet op dat moment gereciteerd, maar nadat de Tora in de Ark is teruggelegd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *