Een operatie is de enige remedie tegen bijschildklieradenomen. Deze is in ongeveer 95% van de gevallen succesvol. Parathyroïdectomie is het verwijderen van de aangetaste klier(en). De standaardbehandeling van primaire hyperparathyreoïdie was vroeger een chirurgische techniek die bilaterale halsexploratie werd genoemd, waarbij de hals aan beide zijden werd geopend, de bijschildklieren werden geïdentificeerd en het aangetaste weefsel werd verwijderd. Tegen de jaren 1980 werd unilaterale exploratie gebruikelijker. Parathyroïdectomie kan nu op een minimaal invasieve manier worden uitgevoerd, vooral omdat beeldvormingstechnieken de locatie van het weefsel kunnen lokaliseren. Tot de minimaal invasieve technieken behoren kleinere open ingrepen, radiogeleide en videogeassisteerde ingrepen, en volledig endoscopische chirurgie.
Voordat een operatie wordt uitgevoerd, moet het aangetaste klierweefsel worden gelokaliseerd. Hoewel de bijschildklieren zich meestal aan de achterkant van de schildklier bevinden, is hun positie variabel. Sommige mensen hebben een of meer bijschildklieren elders in de anatomie van de hals of in de borst. Ongeveer 10% van de bijschildklieradenomen zijn ectopisch, bevinden zich niet aan de achterkant van de schildklier maar elders in het lichaam, soms in het mediastinum van de borstkas. Hierdoor kunnen ze moeilijk te lokaliseren zijn, zodat verschillende beeldvormingstechnieken worden gebruikt, zoals de sestamibi scan, single-photon emissie computed tomography (SPECT), echografie, MRI, en CT scans. soms kunnen bijschildklier adenomen worden geëlimineerd door ethanol injectie, laser of radiofrequentie geleid door echografie.