Like it? Share it!
- Share
- Tweet
- Pin
Spirogyra is a filamentous algae, commonly found in freshwater ditches and ponds. Go through this article for a brief overview about these algae.
Spirogyra is also known as pond silk, as its filaments shine like silk due to the presence of mucilage. The outer cell wall has pectin which dissolves continuously, thereby producing the mucilage. Spirogyra filaments are slippery and float in large masses.
Would you like to write for us? Well, we’re looking for good writers who want to spread the word. Get in touch with us and we’ll talk…
Let’s Work Together!
Spirogyra is a genus of green algae that belong to the order Zygnematales. Deze vrij stromende, draadvormige algen worden gekenmerkt door lintvormige chloroplasten die op een spiraalvormige manier in de cellen zijn gerangschikt. De naam is dan ook afgeleid van de spiraalvormige rangschikking van de chloroplasten in deze algen. Dit kenmerk is uniek voor dit geslacht, dat ongeveer 400 soorten telt.
Spirogyra – Onderdelen en structuur
Spirogyra heeft lange, onvertakte filamenten met cilindrische cellen die van eind tot eind met elkaar verbonden zijn. De celwand is opgebouwd uit een buitenlaag van pectine en een binnenlaag van cellulose. De binnenzijde van de celwand is bekleed met een dunne laag cytoplasma. De spiraalvormige lintvormige chloroplasten zijn ingebed in deze cytoplasmalaag. Het aantal chloroplaststrengen in elke cel kan variëren van 1 tot 16. Elke chloroplaststreng heeft verscheidene ronde lichaampjes die “pyrenoïden” worden genoemd en die verantwoordelijk zijn voor de zetmeelproductie. Elke cel heeft een centrale vacuole, en een prominente kern die wordt opgehangen door dunne strengen cytoplasma die aan het binnenste deel van de celwand zijn bevestigd. De cellen zijn lang en dun, en elk spirogyrafilament meet tussen 10 en 100 micrometer in breedte. Soms ontwikkelen deze filamenten wortelachtige structuren om zich aan het substraat te hechten.
Vegetatieve, aseksuele en seksuele voortplanting
Vegetatieve voortplanting gebeurt door fragmentatie van de filamenten. Fragmentatie gebeurt op verschillende manieren. Bij mechanische verwondingen breekt het spirogyra filament in fragmenten, en elk fragment ontwikkelt zich tot een nieuw filament. In sommige gevallen lossen de middenlamellen van de eindwanden van de cellen op, waardoor het filament breekt. Dit gebeurt wanneer de temperatuur en de pH van het water veranderen. Er is ook waargenomen dat de lamellen van de eindwanden naar binnen uitsteken in de aangrenzende cellen, waardoor het filament breekt. Onderstaande illustratie toont de fragmentatie van een spirogyrafilament doordat de eindwanden naar binnen groeien en zo fragmentatie veroorzaken.
Aseksuele voortplanting bij spirogyra omvat de vorming van akinetes, aplanospores, of azygospores/parthenospores. Onder ongunstige omstandigheden vormen sommige soorten spirogyra dikwandige rustsporen, die akinetes worden genoemd. Daartoe trekken sommige cellen van de filamenten samen, verliezen water en vormen dikke wanden van cellulose en pectine. Deze sporen worden akinetes genoemd, die onder gunstige omstandigheden nieuwe filamenten kunnen vormen. Het vormingsproces van aplanosporen is vergelijkbaar met dat van akinetes, maar de eerstgenoemde hebben dunnere wanden. Deze niet-motiele sporen ontwikkelen nieuwe filamenten wanneer het bovenliggende filament vergaat. Azygosporen of parthenosporen zijn de gameten die er bij de geslachtelijke voortplanting niet in slagen te versmelten. De protoplast van de cellen vormt gameten die versmelten met de gameten van andere cellen. Als een dergelijke fusie niet plaatsvindt, planten de gameten zich ongeslachtelijk voort en worden ze azygosporen genoemd.
Seksuele voortplanting bij spirogyra kan van twee typen zijn: scalariforme conjugatie en laterale conjugatie. Bij scalariforme conjugatie komen twee filamenten samen en liggen naast elkaar. De slijmstof van de celwanden houdt ze bijeen. De cellen van elk filament ontwikkelen kleine buisvormige structuren die samensmelten en zo de conjugatiekanalen vormen. De mannelijke gameten van het ene filament reizen door deze kanalen en versmelten met de vrouwelijke gameten in het andere filament, zodat zygoten worden gevormd, die ovaal of rond zijn. Na de samensmelting is het ene filament leeg, en heeft het andere zygoten. Zodra de zygotes zijn vrijgekomen, sterven de oudervezels af. De zygoten wachten op gunstige omstandigheden om te ontkiemen.
Bij laterale conjugatie fungeert de inhoud van aangrenzende cellen als mannelijke en vrouwelijke gameten. Dus de aangrenzende cellen van hetzelfde filament ontwikkelen conjugatiebuizen. Er zijn twee typen van laterale conjugatie – direct en indirect. De wijze van conjugatiekanaalvorming verschilt bij deze twee methoden. Bij directe laterale conjugatie ontstaan conjugatiekanalen wanneer de eindwanden van de aangrenzende cellen het contact met hun middenlamel verliezen. Met andere woorden, de aangrenzende cellen versmelten door de middenlamel heen. Bij indirecte laterale conjugatie vormen de cellen die als mannelijke gameten fungeren afzonderlijke conjugatiekanalen die in verbinding staan met hun aangrenzende cellen, die als vrouwelijke gameten fungeren. In beide gevallen gaan de mannelijke gameten de aangrenzende cellen binnen en versmelten met de vrouwelijke gameten. After conjugation, alternate cells of the same filament have zygotes and others will be empty.
Spirogyra is commonly found in clean water and it produces food through the process of photosynthesis. Usually, spirogyra algae are seen as floating slimy masses, during summer. They are often referred to as ‘scum’. Though they grow underwater during spring, these algae come to the surface when there is enough sunlight. They produce oxygen as a byproduct of photosynthesis. This is the reason why such scum has tiny gas bubbles in it.