De geschiedenis van Chichen Itza kan worden teruggevoerd tot de klassieke periode van de Maya-beschaving, die liep van 250 v.Chr. tot 850 n.Chr. Geografisch gezien strekte deze zich uit van Mexico via Guatemala, Belize, Honduras en El Salvador.
Tijdens het eerste millennium na Christus bereikten de Maya’s een beschavingsniveau dat kon wedijveren met dat van het oude Egypte, Griekenland en Rome.
Mayabeschaving, Chichen Itza
Ze waren uitstekende astronomen, architecten/bouwers, atleten en wiskundigen.
Maar om ondoorgrondelijke redenen hebben zij nooit het wiel ontdekt.
In de tijd dat Chichen Itza als stad floreerde, vormden de Maya’s een zeer verfijnde samenleving. Hun elite verrichtte opmerkelijk werk op het gebied van astronomie, wiskunde, bouwkunde en architectuur, terwijl de rest mankracht leverde om de plannen uit te voeren.
Mayasymbool, Chichen tza
De grootste van de Mayasteden, Chichen Itza, werd rond 400 na Chr,
De agressieve Tolteken veroverden de Itza’s, introduceerden hen in de praktijk van mensenoffers en herbouwden met hun arbeid de stad als religieus centrum.
Iedereen verhuisde tegen de dertiende eeuw, dus toen de Spanjaarden in de jaren 1500 kwamen, troffen zij afbrokkelende gebouwen aan die werden verslonden door de hebzuchtige jungle.
A New York lawyer rediscovered them in 1842, following which an influx of amateur archeologists destroyed some.
Real restoration and reconstruction by the Carnegie Institute and Mexican government was begun in 1922, and continued for 20 years.