De volkeren die rond de Middellandse Zee leefden, begonnen deze bijna ingesloten zee enkele duizenden jaren geleden te verkennen. Zeelieden uit Egypte, Fenicië en Kreta brachten de regionale kustlijnen in kaart om enkele van de vroegste handelsroutes uit te zetten. Vroege mediterrane beschavingen, waaronder de Grieken, hebben vele mythen overgeleverd waarin goden en godinnen voorkomen die heersten over de natuur, zoals Poseiden met zijn triton. Veel mediterrane legenden, zoals Jason en de Argonauten, gingen ook over avonturen op grote en gevaarlijke zeeën.
Veel van onze vroegste kaarten van de oceanen en kustlijnen komen uit dit gebied. Deze vroege kaartenmakers, of cartografen, waren waarschijnlijk mediterrane handelaren die de kaarten maakten om hen te helpen heen en weer te reizen naar verschillende steden aan de Middellandse-Zeekust.
Omstreeks 2.900 jaar geleden begonnen de Grieken zich buiten de Middellandse Zee te wagen, voorbij de Straat van Gibraltar aan het westelijke uiteinde van de Middellandse Zee. Dit smalle kanaal scheidt Europa van Afrika, en de Middellandse Zee van de Atlantische Oceaan. Net buiten de Straat van Gibraltar merkten de vroege Griekse zeelieden een sterke stroming op die van noord naar zuid liep. Omdat de zeelieden alleen stromingen in rivieren hadden gezien, dachten zij dat deze grote watermassa aan de andere kant van de Straat van Gibraltar een zeer grote rivier was. Het Griekse woord voor rivier was okeano, en dat is de wortel van ons woord voor oceaan.