Fight-or-flight response, reactie op een acute bedreiging van de overleving die wordt gekenmerkt door lichamelijke veranderingen, waaronder zenuw- en endocriene veranderingen, die een mens of een dier voorbereiden om te reageren of om zich terug te trekken. De functies van deze reactie werden voor het eerst beschreven in het begin van de 20e eeuw door de Amerikaanse neuroloog en fysioloog Walter Bradford Cannon.
autonoom zenuwstelsel
Schematische weergave van het autonome zenuwstelsel, met de verdeling van de sympathische en parasympathische zenuwen naar het hoofd, de romp en de ledematen.
Encyclopædia Britannica, Inc.
. het vrijkomen van chemische stoffen
Ontdek hoe de verschillende delen van de hersenen een sleutelrol spelen bij het beheersen van de angstreactie door het vrijkomen van chemische stoffen
De chemie van de angst.
© American Chemical Society (A Britannica Publishing Partner)Bekijk alle video’s bij dit artikel
Wanneer een dreiging wordt waargenomen, worden de sympathische zenuwvezels van het autonome zenuwstelsel geactiveerd. Dit leidt tot het vrijkomen van bepaalde hormonen uit het endocriene systeem. In fysiologische termen is een belangrijke werking van deze hormonen het op gang brengen van een snelle, algemene reactie. Deze reactie kan worden uitgelokt door een daling van de bloeddruk of door pijn, lichamelijk letsel, abrupte emotionele ontsteltenis, of verlaagde bloedglucosespiegels (hypoglykemie). De vecht-of-vluchtreactie wordt gekenmerkt door een verhoogde hartslag (tachycardie), angst, verhoogde transpiratie, beven, en verhoogde bloedglucoseconcentraties (als gevolg van glycogenolyse, of afbraak van leverglycogeen). Deze effecten treden op in combinatie met andere neurale of hormonale reacties op stress, zoals een toename van de corticotropine- en cortisolsecretie, en worden waargenomen bij sommige mensen en dieren die lijden aan chronische stress, die een langdurige stimulering van de vecht-of-vluchtreactie veroorzaakt.
Naast een verhoogde secretie van cortisol door de bijnierschors veroorzaakt activering van de vecht-of-vlucht-respons een verhoogde secretie van glucagon door de eilandjescellen van de alvleesklier en een verhoogde secretie van catecholamines (d.w.z, epinefrine en norepinefrine) door het bijniermerg. De weefselreacties op verschillende catecholamines zijn afhankelijk van het feit dat er twee hoofdtypen adrenerge receptoren (adrenoceptoren) op het oppervlak van doelorganen en -weefsels zijn. Deze receptoren staan bekend als alfa-adrenerge en beta-adrenerge receptoren, respectievelijk alfareceptoren en bètareceptoren (zie Anatomie van het menselijk zenuwstelsel). In het algemeen leidt activering van alfa-adrenerge receptoren tot vernauwing van de bloedvaten, samentrekking van de baarmoederspieren, ontspanning van de darmspieren en verwijding van de pupillen. Activering van bètareceptoren verhoogt de hartslag en stimuleert de samentrekking van het hart (waardoor het hartvermogen toeneemt), verwijdt de bronchiën (waardoor de luchtstroom in en uit de longen toeneemt), verwijdt de bloedvaten en ontspant de baarmoeder.