Fungicide, ook wel antimycoticum genoemd, een giftige stof die wordt gebruikt om de groei van schimmels te doden of te remmen. Fungiciden worden over het algemeen gebruikt om parasitaire schimmels te bestrijden die ofwel economische schade veroorzaken aan gewassen of sierplanten, ofwel de gezondheid van huisdieren of mensen in gevaar brengen. De meeste fungiciden voor land- en tuinbouw worden toegepast in de vorm van sprays of stof. Zaadfungiciden worden toegepast als een beschermende laag vóór het ontkiemen. Systemische fungiciden, of chemotherapeutica, worden op planten aangebracht, waar ze zich door het weefsel verspreiden en werken om bestaande ziekten uit te roeien of om bescherming te bieden tegen mogelijke ziekten. In de humane en diergeneeskunde worden farmaceutische fungiciden gewoonlijk als lokale antischimmelcrèmes aangebracht of als orale geneesmiddelen toegediend.
Bordeaux-mengsel, een vloeistof bestaande uit gehydrateerde kalk, kopersulfaat en water, was een van de vroegste fungiciden. Bordeauxmengsel en Bourgondiëmengsel, een vergelijkbare samenstelling, worden nog steeds op grote schaal gebruikt voor de behandeling van boomgaardbomen. Koperverbindingen en zwavel zijn afzonderlijk en in combinatie met elkaar op planten gebruikt, en sommige worden geschikt geacht voor biologische landbouw. Andere organische fungiciden zijn neemolie, tuinbouwolie en bicarbonaten. Synthetische organische verbindingen worden vaker gebruikt omdat zij bescherming en controle bieden tegen vele soorten schimmels en gespecialiseerd zijn in de toepassing.
Cadmiumchloride en cadmiumsuccinaat worden gebruikt om grasziekten te bestrijden. Kwik(II)chloride, of bijtend sublimaat, wordt soms gebruikt als dompelmiddel om bollen en knollen te behandelen; het is zeer giftig voor de mens. Strobilurinverbindingen worden in de industriële landbouw gebruikt om verschillende soorten schimmels, meeldauw en roest te doden. Andere stoffen die soms worden gebruikt om schimmels te doden zijn chloorpikrine, methylbromide en formaldehyde, hoewel het gebruik van deze fungiciden in veel landen gereguleerd of verboden is. Veel schimmelwerende stoffen komen van nature voor in plantenweefsels. Creosoot, verkregen uit houtteer of koolteer, wordt gebruikt om droogrot in hout te voorkomen.
Fungiciden doden pathogene of parasitaire schimmels door hun kritieke cellulaire processen te verstoren. Veel fungiciden binden zich bijvoorbeeld aan specifieke enzymen om de metabolische routes te onderbreken die betrokken zijn bij de cellulaire ademhaling. Net als bij herbiciden, insecticiden en antibiotica heeft het overmatige gebruik van fungiciden echter geleid tot de ontwikkeling van resistentie bij bepaalde schimmelsoorten. Resistentie tegen fungiciden, waarbij een schimmelpopulatie een verminderde gevoeligheid voor een bepaald fungicide vertoont, kan snel optreden, aangezien een enkele schimmel miljoenen sporen kan produceren.