Gaozu, Wade-Giles romanisering Kao-tsu, persoonsnaam (xingming) Liu Bang, beleefdheidsnaam (zi) Ji, postume naam (shi) Gaohuangdi, (geb. 256 v. Chr, Peixian , China-gestorven 195 v. Chr, China), tempelnaam (miaohao) van de stichter en eerste keizer van de Han-dynastie (206 v.Chr.-ad.220), waaronder het Chinese keizerlijke systeem de meeste kenmerken kreeg die het zou behouden tot het in 1911/12 ten val werd gebracht. Hij regeerde van 206 tot 195 v. Chr. Zijn vrouw, keizerin Gaohou (regeringsperiode 188-180 v. Chr.), werd de eerste vrouwelijke heerser van China.
Geboren uit een boerenfamilie, begon Liu Bang zijn carrière als politieagent onder de Qin dynastie (221-207 v. Chr.). Hij werd rebel na de dood (210 v. Chr.) van de Qin keizer Shihuangdi, die de eerste was geweest die China had verenigd. De rebellen stonden onder de nominale leiding van Xiang Yu, een krijgsheer die de Qin legers versloeg en vervolgens het feodale systeem van vóór Qin trachtte te herstellen, veel van de vroegere edelen in ere herstelde en het land onder zijn generaals verdeelde. Liu Bang, tegen die tijd een belangrijke rebellenleider, kreeg de controle over het koninkrijk Han in West-China (wat nu de provincies Sichuan en zuidelijk Shaanxi zijn). De voormalige bondgenoten keerden zich spoedig tegen elkaar, en Liu’s sluwheid als boer leidde hem naar de overwinning op de militair briljante maar politiek naïeve Xiang Yu. De burgeroorlog eindigde toen Xiang Yu zichzelf in 202 v. Chr. van het leven beroofde, waarna Gaozu de heerser over China werd.
Liu Bang was een grofgebekte man die eens in de officiële hoed van een hofgeleerde plaste om zijn minachting voor onderwijs te tonen. Niettemin was hij een pragmatisch en flexibel heerser die de behoefte aan geschoolde mannen aan het hof inzag. Hij was bijzonder begaan met de heropleving van de plattelandseconomie en met de verlichting van de belastingdruk op de boeren. Hoewel hij over het algemeen humaan was in burgerlijke zaken, trad hij hard op tegen diegenen die zijn heerschappij vanuit China bedreigden. Zijn buitenlandse aangelegenheden waren een bekwame combinatie van diplomatie en het gebruik van geweld. Zijn nakomelingen zetten het proces van consolidatie en uitbreiding van het rijk voort.