Recente ontwikkelingen
Het risico op een militair conflict escaleert in Nagorno-Karabach, het grensgebied dat door zowel Armenië als Azerbeidzjan wordt opgeëist, als gevolg van het falen van bemiddelingspogingen, toegenomen militarisering en frequente schendingen van het staakt-het-vuren. Eind september 2020 braken zware gevechten uit langs de grens – de ernstigste escalatie sinds 2016. Meer dan duizend soldaten en burgers zijn gedood, met nog eens honderden gewonden aan beide kanten. Armenië en Azerbeidzjan verwierpen aanvankelijk druk van de Verenigde Naties en landen als de Verenigde Staten en Rusland om gesprekken te voeren en de vijandelijkheden te beëindigen, en beloofden in plaats daarvan door te gaan met vechten. De spanningen liepen verder op toen beide partijen overschakelden van grensoverschrijdende beschietingen op het gebruik van artillerie en ander zwaar wapentuig voor langere afstanden. Begin oktober 2020 onderhandelde Rusland over een staakt-het-vuren, dat echter stukliep; Frankrijk onderhandelde in coördinatie met Rusland en de Verenigde Staten, en daarna de Verenigde Staten rechtstreeks, over nog twee staakt-het-vurenpogingen. Ook deze staakt-het-vuren’s stortten vrijwel onmiddellijk in toen de gevechten doorgingen met gemelde schendingen door zowel Armenië als Azerbeidzjan.
Deze recente vijandelijkheden volgen op een reeks grensoverschrijdende aanvallen die in de zomer plaatsvonden, waaronder vier dagen van botsingen en beschietingen in juli 2020 waarbij een Azerbeidzjaanse generaal en bijna twintig mensen om het leven kwamen.
Achtergronden
In de jaren twintig van de vorige eeuw richtte de Sovjetregering binnen Azerbeidzjan de autonome regio Nagorno-Karabach op, waar 95 procent van de bevolking etnisch Armeens is. Onder het bolsjewistische bewind werden de gevechten tussen de twee landen binnen de perken gehouden, maar toen de Sovjet-Unie begon in te storten, werd ook haar greep op Armenië en Azerbeidzjan sterker. In 1988 nam de wetgevende macht van Nagorno-Karabach een resolutie aan om zich bij Armenië aan te sluiten, ondanks de wettelijke ligging van de regio binnen de grenzen van Azerbeidzjan. Toen de Sovjet-Unie in 1991 uiteenviel, verklaarde de autonome regio zich officieel onafhankelijk. Er brak oorlog uit tussen Armenië en Azerbeidzjan over de regio, waarbij ongeveer dertigduizend slachtoffers vielen en honderdduizenden mensen op de vlucht sloegen. Tegen 1993 had Armenië de controle over Nagorno-Karabach en bezette het 20% van het omliggende Azerbeidzjaanse grondgebied. In 1994 bemiddelde Rusland een staakt-het-vuren dat sindsdien van kracht is gebleven.
Nagorno-Karabach is al meer dan een decennium een bevroren conflict, maar artilleriebeschietingen en kleine schermutselingen tussen Armeense en Azerbeidzjaanse troepen hebben honderden doden veroorzaakt. Begin april 2016 was er sprake van de hevigste gevechten sinds 1994, waarbij tientallen doden vielen en meer dan driehonderd gewonden vielen. Na vier dagen van gevechten kondigden de twee partijen aan dat ze overeenstemming hadden bereikt over een nieuw staakt-het-vuren. Een onderbreking in de besprekingen werd echter gevolgd door herhaalde schendingen van het staakt-het-vuren, en de spanningen zijn hoog gebleven.
Onderhandelings- en bemiddelingspogingen, voornamelijk geleid door de Minsk-groep, zijn er niet in geslaagd een permanente oplossing voor het conflict te produceren. De Minsk-groep, een bemiddelingspoging onder leiding van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), werd in 1994 opgericht om het geschil aan te pakken en wordt gezamenlijk voorgezeten door de Verenigde Staten, Frankrijk, en Rusland. De medevoorzitters organiseren topontmoetingen tussen de leiders van de twee landen en houden individuele vergaderingen. De groep heeft met succes onderhandeld over staakt-het-vuren, maar de territoriale kwesties blijven even hardnekkig als altijd. In oktober 2017 ontmoetten de presidenten van Armenië en Azerbeidzjan elkaar in Genève onder auspiciën van de Minsk-groep, en begonnen ze met een reeks gesprekken over een mogelijke regeling van het conflict. De gesprekken hebben echter nog geen concrete resultaten opgeleverd.
Omdat Azerbeidzjaanse en etnisch Armeense strijdkrachten dicht bij elkaar zijn gepositioneerd en weinig tot geen communicatie hebben, is het risico groot dat onbedoelde militaire actie tot een escalatie van het conflict kan leiden. De twee partijen hebben ook binnenlandse politieke belangen die hun respectieve leiders tot een aanval zouden kunnen aanzetten.
Zorgen
Zonder succesvolle bemiddelingspogingen dreigen schendingen van het staakt-het-vuren en hernieuwde spanningen opnieuw tot een militair conflict tussen de landen te leiden en de regio van de zuidelijke Kaukasus te destabiliseren. Dit zou ook de olie- en gasexport uit de regio kunnen verstoren, aangezien Azerbajdzjan, dat ongeveer achthonderdduizend vaten olie per dag produceert, een belangrijke olie- en gasexporteur naar Centraal-Azië en Europa is. Rusland heeft beloofd Armenië te verdedigen, Turkije heeft toegezegd Azerbajdzjan te steunen en Iran heeft een grote Azerbeidzjaanse minderheid, wat een crisis zou kunnen doen escaleren en de inspanningen om vrede in de regio te bewerkstelligen verder zou kunnen bemoeilijken.