Inheemse Amerikaanse kleding
De kleding van de inheemse Amerikanen varieerde sterk. Het hing af van de middelen die ze tot hun beschikking hadden, waar ze woonden, en de tijd van het jaar. Inheemse Amerikanen in zeer warme of tropische gebieden droegen zeer weinig kleding. In sommige gevallen gingen ze zelfs naakt! In koudere klimaten werden meer lagen kleding gedragen, die meestal van dikkere materialen waren gemaakt.
Eén van de meest gebruikte materialen in de kleding van de Indianen was dierenhuiden. In de loop der jaren ontwikkelden de Indianen manieren om dierenhuiden zo te looien dat ze zacht leer werden. Het leer werd gebruikt voor schoenen en kleding, en soms als bedekking van hun huizen. Het gebruik van dierenhuiden als kleding diende ook een ander doel. Sommige Indianenstammen geloofden dat het dragen van de huid van een dier de drager iets van de kracht en macht van het dier gaf. Soms werd de staart van een dier intact gelaten en gebruikt bij de halslijn, zoiets als een harige halsketting!
Voor een groot deel van de inheemse Amerikaanse geschiedenis gebruikten zij ook de planten die in hun regio voor kleding werden gebruikt. Ze gebruikten zelfs boomschors, als je je dat kunt voorstellen! Het is moeilijk voor te stellen, maar schors werd van de boom gehaald, gedroogd en versnipperd. De vezels uit de schors werden vervolgens in verschillende kledingstukken geweven, zoals rokken, hoeden, capes en schorten.
Na verloop van tijd begonnen de Indianen katoen te verbouwen en dit tot stof te weven. Andere vezels zoals wol, yucca en zelfs mensenhaar werden soms ook in stoffen geweven! Veel kledingstukken waren ook sterk versierd, met kralen, schelpen, veren, dierentanden en franje. Soms waren versieringen meer dan eenvoudige versieringen. Soms gaven versieringen de stam van een persoon aan, de huwelijkse staat van een vrouw, of hoe bedreven de persoon was als jager.
Tegen het midden van de jaren 1800 begonnen Indiaanse stammen een materiaal te gebruiken dat bekend stond als “Indiaanse” stof. Dit was een soort wol dat speciaal werd geweven om te worden gebruikt bij de handel met Indianen. Het was meestal geverfd in heldere, levendige kleuren.
Helaas betekende het toenemende contact met de Europeanen en later de Amerikanen dat de Indianen geleidelijk aan hun traditionele manieren verloren. Het leven in reservaten betekende dat de Indianen vaak geen toegang meer hadden tot de traditionele planten en vezels die ze voor hun kleding gebruikten. Doordat ze van huis en haard verdreven werden, verloren de Indianen geleidelijk aan hun tradities (op het gebied van kleding en op andere manieren). Na verloop van tijd verschilde hun kleding niet meer van die van blanke Amerikanen.
feiten over inheemse Amerikaanse kleding:
– De meeste kleding werd gemaakt door inheemse Amerikaanse vrouwen
– Stammen in regenachtigere streken van Noord-Amerika gebruikten schors om regenhoeden en regenjassen te maken.
– De Ghost Dance-jurken van het einde van de 19e eeuw waren versierd met schilderingen van krijgers en gevechten