Inleiding tot de literatuur

Old Fence

Old Fence. Een kort verhaal heeft een structuur en een boodschap. Kun je deze foto op dezelfde manier analyseren als een kort verhaal?

Wat is een kort verhaal?

Een kort verhaal is een kort, verhalend prozawerk dat meestal rond één enkele gebeurtenis is opgebouwd. Het is beperkt van omvang en heeft een inleiding, een hoofdtekst en een conclusie. Hoewel een kort verhaal veel gemeen heeft met een roman (zie Hoe analyseer ik een roman), is het met veel meer precisie geschreven. Je zult vaak gevraagd worden een literaire analyse te schrijven. Een analyse van een kort verhaal vereist basiskennis van literaire elementen. De volgende gids en vragen kunnen je helpen:

Setting

Setting is een beschrijving van waar en wanneer het verhaal zich afspeelt. In een kort verhaal zijn er minder settings dan in een roman. De tijd is beperkter. Stel jezelf de volgende vragen:

  • Hoe wordt de setting gecreëerd? Denk aan de geografie, het weer, het tijdstip van de dag, de sociale omstandigheden, enz.
  • Welke rol speelt de setting in het verhaal? Is het een belangrijk onderdeel van de plot of het thema? Of is het slechts een decor waartegen de actie zich afspeelt?

Bestudeer de tijdsperiode, die ook deel uitmaakt van de setting, en vraag je het volgende af:

  • Wanneer is het verhaal geschreven?
  • Speelt het zich af in het heden, het verleden, of de toekomst?
  • Hoe beïnvloedt de tijdsperiode de taal, de sfeer of de sociale omstandigheden van het korte verhaal?

Karakterisering

Karakterisering gaat over hoe de personages in het verhaal worden beschreven. In korte verhalen zijn er meestal minder personages dan in een roman. Ze concentreren zich meestal op één centraal personage of hoofdpersoon. Vraag jezelf het volgende af:

  • Wie is de hoofdpersoon?
  • Worden de hoofdpersoon en andere personages beschreven door middel van dialoog – door de manier waarop ze spreken (dialect of slang bijvoorbeeld)?
  • Heeft de auteur de personages beschreven aan de hand van fysieke verschijning, gedachten en gevoelens, en interactie (de manier waarop ze zich gedragen tegenover anderen)?
  • Zijn het statische/vlakke personages die niet veranderen?
  • Zijn het dynamische/ronde personages die wel veranderen?
  • Wat voor soort personages zijn het? Welke kwaliteiten vallen op? Zijn het stereotypen?
  • Zijn de personages geloofwaardig?

Plot en structuur

Het plot is de belangrijkste opeenvolging van gebeurtenissen waaruit het verhaal is opgebouwd. In korte verhalen is de plot meestal gecentreerd rond één ervaring of belangrijk moment. Denk eens na over de volgende vragen:

  • Wat is de belangrijkste gebeurtenis?
  • Hoe is de plot gestructureerd? Is het lineair, chronologisch of schuift het rond?
  • Is de plot geloofwaardig?

Verhaler en standpunt

De verteller is de persoon die het verhaal vertelt. Denk eens na over deze vraag: Zijn de verteller en de hoofdpersoon dezelfde?

Met gezichtspunt bedoelen we vanuit wiens ogen het verhaal wordt verteld. Korte verhalen worden meestal verteld vanuit het gezichtspunt van één personage. De volgende vragen zijn belangrijk om te overwegen:

  • Wie is de verteller of spreker in het verhaal?
  • Spreekt de auteur via het hoofdpersonage?
  • Is het verhaal geschreven in de eerste persoon “ik”-perspectief?
  • Is het verhaal geschreven in een afstandelijk derde persoon “hij/zij”-perspectief?
  • Is er een “alwetende” derde persoon die te allen tijde en op alle plaatsen kan onthullen wat alle personages denken en doen?

Conflict

Conflict of spanning is meestal de kern van het korte verhaal en heeft te maken met het hoofdpersonage. In een kort verhaal is er meestal één hoofdstrijd.

  • Hoe zou je het hoofdconflict omschrijven?
  • Is het een intern conflict binnen het personage?
  • Is het een extern conflict dat wordt veroorzaakt door de omgeving of het milieu waarin de hoofdpersoon zich bevindt?

Climax

De climax is het punt van de grootste spanning of intensiteit in het korte verhaal. Het kan ook het punt zijn waar de gebeurtenissen een grote wending nemen en het verhaal naar zijn einde snelt. Vraag jezelf af:

  • Is er een keerpunt in het verhaal?
  • Wanneer vindt de climax plaats?

Thema

Het thema is het belangrijkste idee, de belangrijkste les, of de belangrijkste boodschap in het korte verhaal. Het kan een abstract idee zijn over de menselijke conditie, de maatschappij, of het leven. Stel jezelf de vraag:

  • Hoe wordt het thema uitgedrukt?
  • Zijn er elementen die herhaald worden en daarom een thema suggereren?
  • Is er meer dan één thema?

Stijl

De stijl van de auteur heeft te maken met zijn of haar woordenschat, gebruik van beeldspraak, toon, of het gevoel van het verhaal. Het heeft te maken met de houding van de auteur ten opzichte van het onderwerp. In sommige korte verhalen kan de toon ironisch, humoristisch, kil of dramatisch zijn.

  • Zit de taal van de auteur vol figuurlijke taal?
  • Welke beelden worden gebruikt?
  • Gebruikt de auteur veel symboliek? Metaforen (vergelijkingen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van “als” of “zoals”) of similes (vergelijkingen waarbij wel gebruik wordt gemaakt van “als” of “zoals”)?

Jouw literaire analyse van een kort verhaal zal vaak in de vorm van een essay zijn waarbij je aan het eind gevraagd kan worden je mening over het korte verhaal te geven. Kies de elementen die de meeste indruk op je hebben gemaakt. Geef aan welk(e) personage(s) je het leukst of het minst leuk vond en onderbouw je argumenten altijd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *