Het woord “werken” in het Grieks betekent meest letterlijk “handelingen,” of “daden.” Net als in het Engels, wordt precies bepaald door de context welke “werken” in gedachten zijn. Jezus’ lijst van bewijzen voor zijn critici verwees naar “werken” in de zin van goddelijke wonderen (Johannes 5:36). Zijn instructie om goed te doen in de naam van God impliceerde alledaagse gedragingen (Mattheüs 5:16), evenals Zijn kritiek op religieuze hypocrieten (Mattheüs 23:3). In de laatste verzen lijkt Jezus beide te hebben bedoeld in Zijn uitleg waarom de discipelen de waarheid dat Hij God is zouden moeten omhelzen (Johannes 14:9-11).
Volledige bijbelse context is ongelooflijk belangrijk wanneer we dit vers proberen te interpreteren. Sommige van Jezus’ “werken” waren uitingen van onuitsprekelijke macht, zoals de opstanding van de doden (Johannes 11:43-44). Andere wonderen toonden Zijn soevereiniteit over de natuur, waaronder het weer (Marcus 4:38-40), materie (Johannes 2:7-9), en het lichaam (Johannes 9:6-7). In andere gevallen waren Zijn “werken” nauwkeurig onderricht (Mattheüs 4:23), en rechtvaardig ingrijpen (Johannes 2:14-16).
De belofte van Jezus hier is niet dat allen die beweren gelovig te zijn, begiftigd zullen worden met de macht om doden op te wekken of materie te transmuteren. Evenmin bedoelt Jezus te impliceren dat toekomstige christenen wijdverspreide bovennatuurlijke krachten zouden hebben. De volgende verzen bevatten twee cruciale kwalificaties: “vragend” en “in mijn naam”, die duidelijk aangeven dat God niemand een blanco cheque voor wonderbaarlijke krachten geeft. Gedeeltelijk verwijst deze voorspelling van “werken” naar de begintijd van de apostelen, aan wie wonderbare tekenen werden verleend (Handelingen 3:1-6).
Het idee dat iemand “grotere” werken dan Jezus zou kunnen doen, helpt ook de context te verklaren. De Schrift associeert Jezus niet alleen met wonderen in de Evangeliën, maar schrijft Hem ook de schepping zelf toe (Johannes 1:1-3). In termen van macht is het logisch onmogelijk te suggereren dat iemand iets zou kunnen doen dat groter is dan wat Jezus heeft volbracht. De betekenis moet daarom op een andere manier worden opgevat.
Het gebied waarop christenen kunnen overtreffen wat Jezus deed is niet “kwaliteit”, maar “kwantiteit”. Zijn aardse bediening duurde slechts ongeveer drie jaar – zoals Hij hier zegt, Hij zal spoedig deze fase van Gods plan beëindigen. Jezus predikte zonder moderne communicatiemiddelen, of moderne reistechnologie. Moderne evangelisten daarentegen kunnen tientallen jaren lang prediken voor honderdduizenden mensen. Zendelingen kunnen tot in de verste uithoeken van de wereld dienen. Op het moment dat ik dit schrijf, wordt deze website wekelijks door meer mensen bezocht dan er in de tijd van Jezus in Jeruzalem woonden. In een jaar spreken sommige bijbel-gerelateerde websites meer mensen aan dan het Romeinse Rijk in de eerste eeuw.