Khoi

Ceremonies. Het centrale thema van vrijwel alle Khoi-rituelen was het idee van transformatie of overgang van de ene status naar de andere. De meeste rituelen markeerden de kritieke perioden van verandering in iemands leven – geboorte, puberteit, volwassenheid, huwelijk en dood. In al deze rituelen stond het concept van !nau centraal. !Nau werd gezien als een staat van bijzondere kwetsbaarheid en gevaar. De ceremonies hielden allemaal een periode van afzondering in die gepaard ging met een verhoogde !nau. Tijdens deze periodes van sociale terugtrekking werden bepaalde stoffen (met name water) vermeden, terwijl andere (zoals vuur of de buchiplant) werden geassocieerd met bescherming. Van bijzonder belang is de rol die het vee speelde – niet alleen in de feestmalen die met de rituelen gepaard gingen, maar ook in de rituelen zelf. In tegenstelling tot water leek huisdieren altijd geassocieerd te worden met bescherming (b.v. het voeden van baby’s met de melk van koeien of ooien, of het dragen van delen van een geslacht dier, zoals in het geval van vrouwelijke puberteitsrituelen).

Medicijnen. Naast de genezingsrituelen (vaak in de vorm van trance-dansen), werd veel gebruik gemaakt van de geneeskrachtige eigenschappen van verschillende planten. Alle volwassen Khoi bezaten een basiskennis van het gebruik van planten, maar bepaalde individuen bleken een hoger niveau van deskundigheid te hebben ontwikkeld. Een deel van deze kennis is vandaag de dag nog steeds van belang.

Dood en hiernamaals. Naast een natuurlijke oorzaak werd de dood onder uitzonderlijke omstandigheden vaak toegeschreven aan het kwade wezen //Gâuab, aan geesten, of aan het overtreden van bepaalde rituele vermijdingen. Begrafenissen vonden zo snel mogelijk na de dood plaats. De Khoi hadden geen goed ontwikkelde opvatting over een leven na de dood, en begrafenisceremonies waren dan ook weinig uitgewerkt.

Zie ookSan-sprekende volkeren

Bibliografie

Barnard, Allan ( 1992). Hunters and Herders of Southern Africa: a Comparative Ethnography of the Khoisan Peoples. Cambridge: Cambridge University Press.

Carstens, W. Peter (1966). De sociale structuur van een Kaaps kleurlingenreservaat. Kaapstad: Oxford University Press.

Elphick, Richard (1977). Kraal en Kasteel: Khoikhoi and the Founding of White South Africa. Johannesburg: Ravan Press.

Engelbrecht, J. A. (1936). De Korana: Een verslag van hun gebruiken en hun geschiedenis, met teksten. Kaapstad: Maskew Miller.

Hoernlé, A. Winifred (1913). Richtersveld: Het Land en zijn Volk. Johannesburg: Raad van Onderwijs, Witwatersrand.

Marais, J. S. (1968). Het Kaapse Kleurlingenvolk: 1652-1937. Johannesburg: Witwatersrand University Press.

Schapera, I. (1930). De Khoisan-volkeren van Zuid-Afrika: Bosjesmannen en Hottentotten. Londen: George Routledge & Sons.

Smith, Andrew B., ed. (1995). Einigualand: Studies over het grensgebied van de Oranjerivier. Kaapstad: University of Cape Town Press.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *