Laminaire stroming, type vloeistofstroming (gas of vloeistof) waarbij de vloeistof vloeiend of in regelmatige banen stroomt, in tegenstelling tot turbulente stroming, waarbij de vloeistof onregelmatige schommelingen en vermenging ondergaat. Bij laminaire stroming, soms ook wel stroomlijnstroming genoemd, blijven de snelheid, druk en andere stromingseigenschappen op elk punt in de vloeistof constant. Laminaire stroming over een horizontaal oppervlak kan worden gezien als bestaande uit dunne lagen, of laminae, die allemaal evenwijdig aan elkaar zijn. De vloeistof die contact maakt met het horizontale oppervlak is stationair, maar alle andere lagen glijden over elkaar heen. Een spel nieuwe kaarten kan, als ruwe analogie, laminaire “stroming” vertonen.
Laminaire stroming in een rechte pijp kan worden beschouwd als de relatieve beweging van een stel concentrische vloeistofcilinders, waarvan de buitenste gefixeerd is op de pijpwand en de andere met toenemende snelheid bewegen naarmate het middelpunt van de pijp wordt genaderd. Rook die in een rechte baan uit een sigaret opstijgt, ondergaat een laminaire stroming.
Laminaire stroming komt alleen voor in gevallen waarin het stromingskanaal relatief klein is, de vloeistof zich langzaam verplaatst en de viscositeit relatief hoog is. De stroming van olie door een dunne buis of de stroming van bloed door haarvaten is laminaire stroming. De meeste andere soorten vloeistofstroming zijn turbulent, behalve in de buurt van vaste grenzen, waar de stroming vaak laminair is, vooral in een dunne laag vlak aan het oppervlak. Zie vloeistofmechanica.