Locatie en distributie van arterioveneuze malformaties in de dunne darm op basis van capsulaire endoscopie als hulpmiddel bij het bepalen van de anterograde of retrograde benadering voor ballondenteroscopie

Achtergrond: Obscure gastro-intestinale bloedingen komen voor bij ongeveer 5% van alle patiënten met gastro-intestinale bloedingen. AVM’s zijn de meest voorkomende bron van obscure bloedingen in de dunne darm en zijn verantwoordelijk voor 30-40% van de bloedingen. De etiologie van AVM’s in de dunne darm is onbekend, maar men vermoedt dat ze degeneratief van aard zijn, geassocieerd met veroudering. De distributie van AVMs doorheen de dunne darm is eveneens onbekend. Doel: Bepaling van de plaats en de verdeling van AVM’s in de dunne darm op basis van CE om te helpen bij de beslissing of een anterograde of een retrograde ballon enteroscopische benadering eerst moet worden uitgevoerd voor therapeutische interventie. Methoden: Een retrospectief overzicht van 784 patiënten die tussen mei 2002 en oktober 2007 werden behandeld, werd uitgevoerd. De locatie van dunne darm AVMs werd gekarakteriseerd als proximaal, proximaal-midden, midden, midden-distaal, en distaal. Resultaten: 107 patiënten (58 mannen; gemiddelde leeftijd van 68, range 39-89) werden uiteindelijk gediagnosticeerd met dunne darm AVM(s) door CE. De verdeling naar locatie van dunne darm AVMs was 37 proximaal, 20 proximaal-midden, 18 midden, 6 midden-distaal, en 13 distaal. 17 van de gediagnosticeerde AVM’s in de dunne darm waren actief bloedend. De verdeling naar locatie van bloedende dunne darm AVMs was 9 proximaal, 4 proximaal-midden, 1 midden, 2 midden distaal, en 2 distaal. Conclusies: Dit is de eerste studie die de locatie en distributie van AVMs in de dunne darm karakteriseert. Niet-bloedende en bloedende AVMs kwamen het meest voor in de proximale dunne darm en het minst vaak in het distale deel van de dunne darm. De komst van ballon enteroscopie (BE) maakt een geavanceerde therapeutische endoscopische benadering mogelijk bij de behandeling van AVM’s in de dunne darm. In het tijdperk van dubbele en enkele BE concluderen wij dat voor de behandeling van dunne darm AVM’s eerst een anterograde benadering moet worden gekozen, in tegenstelling tot een retrograde benadering.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *