Meting & Meetschalen

Constructieve en Operationele Definities

Voordat een concept of construct kan worden gemeten, moet het worden gedefinieerd. Onderzoekers ontwikkelen twee soorten definities:

1. Theoretische definities
2. Operationele definities

Theoretische definities: Theoretische definities zijn basiswoordenboekdefinities. Zij worden vaak constitutieve of conceptuele definities genoemd. Een theoretische definitie geeft betekenis aan het concept of de constructie die wordt onderzocht. Zij moet het onderscheiden van alle andere concepten of constructen. Een theoretische definitie veronderstelt zowel kennis als aanvaarding van de theorieën waarvan zij afhankelijk is. Bijvoorbeeld, een theoretische definitie voor het concept “klantentevredenheid” wordt vaak gedefinieerd als de mate waarin de ervaring van een klant met een product of dienst overeenkomt met zijn of haar verwachtingen en de ideale ervaring.

Operationele Definities: Operationele definities definiëren een object, gebeurtenis, variabele, concept of constructie in termen van de specifieke processen, tests en metingen die worden gebruikt om de aanwezigheid of kwantiteit ervan vast te stellen. Operationele definities zetten theoretische definities om in waarneembare gebeurtenissen. In een operationele definitie wordt namelijk aangegeven welke kenmerken zullen worden gemeten bij de toekenning van een waarde aan het bestudeerde concept of construct. Operationele definities vormen de basis voor de onderzoeksvragen, de hypothesen en de theorieën in verband met het onderzoek. Als een onderzoeker zich zorgen maakt over de mate van merktevredenheid, kan hij klanten vragen hun ervaringen met dit merk en concurrerende merken te beoordelen op een vijfpuntsschaal: Zeer tevreden, Tevreden, Neutraal, Ontevreden, en Zeer ontevreden.

Onafhankelijke en afhankelijke variabelen: Met uitzondering van beschrijvende studies, moet al het onderzoek ten minste twee variabelen hebben: Een onafhankelijke of voorspellende variabele enerzijds en een afhankelijke of responsvariabele anderzijds.

Afhankelijke Variabele: Een onafhankelijke variabele is de input in een proces die de afhankelijke variabele beïnvloedt.

Afhankelijke Variabele: De afhankelijke variabele is de output die samenhangt met de onafhankelijke variabele. Het wordt de afhankelijke variabele genoemd omdat het “afhangt” van of “reageert” op andere variabelen. De afhankelijke variabele is het resultaat dat u wilt bereiken. In marketing is het gewenste resultaat bijvoorbeeld de verkoopopbrengst.

Stel dat we de invloed van reclame-uitgaven op de verkoopopbrengst van 20 productcategorieën bestuderen. In ons onderzoek zijn de reclame-uitgaven de onafhankelijke variabele die de verkoopopbrengsten voorspelt, de afhankelijke of responsvariabele.

In elk onderzoek moet er ten minste één onafhankelijke variabele zijn. Doorgaans is er meer dan één onafhankelijke variabele. Onafhankelijke variabelen worden geassocieerd met veranderingen in de afhankelijke variabele. In het voorbeeld waar de verkoopopbrengst de afhankelijke variabele is, zouden de onafhankelijke variabelen elk van de marketingmixstrategieën kunnen omvatten (met inbegrip van de reclame-uitgaven), naast de concurrerende merkactiviteit en de toestand van de economie.

Discrete en continue variabelen: Wij kunnen een variabele indelen als discreet of continu. Een discrete variabele neemt één van een reeks eindige waarden aan. Een continue variabele kan een oneindig aantal waarden op een schaal aannemen.

Een discrete schaal wordt gebruikt om variabelen in te delen. Hier volgen enkele voorbeelden van een discrete schaal.

Bent u een voltijds student? Ja of Nee.

Bent u het eens met het beleid van de president inzake immigratie? Ja, Nee, of Geen mening.

Een continue schaal meet de intensiteit van een concept. Waarde kan worden toegekend met een oneindig aantal waarden overal op een schaal. Uw gewicht is een continue variabele. Je zou kunnen zeggen dat je 135 pond weegt. Maar uw gewicht schommelt gedurende de dag. Er zijn een oneindig aantal maten tussen 134 en 136 pond, omdat je het verschil tussen 134 en 136 pond in oneindig veel kleinere eenheden kunt verdelen.

toc | return to top | previous page | next page