De onenigheid over het al dan niet steunen van het Vijftiende Amendement, dat Afro-Amerikaanse mannen stemrecht gaf, leidde tot verdeeldheid in de vrouwenrechtenbeweging. In 1869 richtten activisten twee concurrerende nationale organisaties op die zich richtten op het verkrijgen van vrouwenkiesrecht. De National Woman Suffrage Association (NWSA) verzette zich tegen het Vijftiende Amendement, terwijl de American Woman Suffrage Association (AWSA) de nieuwe wet steunde.
Elizabeth Cady Stanton en Susan B. Anthony richtten als eersten de NWSA op. Het tweetal was van mening dat in plaats van het Vijftiende Amendement te steunen zoals het was, activisten voor vrouwenrechten moesten strijden om ook vrouwen op te nemen. Ze begonnen de NWSA om deze inspanning te leiden.
Stanton en Anthony vestigden het hoofdkwartier van de NWSA in New York City. Ze begonnen een krant, The Revolution, als spreekbuis van hun door vrouwen geleide organisatie. Het motto van de Revolution was: “Gerechtigheid, geen gunsten. Mannen, hun rechten en niets meer; Vrouwen, hun rechten en niets minder.” Hun blad behandelde onderwerpen als het recht van de vrouw op kiesrecht, onderwijs en echtscheiding. De NWSA was radicaler en controversiëler dan de concurrerende American Woman Suffrage Association, die zich alleen op het kiesrecht richtte. De NWSA wilde een grondwetswijziging om het vrouwenkiesrecht veilig te stellen, maar steunde ook een aantal hervormingen die vrouwen gelijkwaardige leden van de samenleving moesten maken.
Door Allison Lange, Ph.D.
Fall 2015