Offshoring is de praktijk van het uitbesteden van activiteiten in het buitenland, meestal door bedrijven uit geïndustrialiseerde landen naar minder ontwikkelde landen, met de bedoeling de kosten van het zakendoen te verminderen. De belangrijkste redenen om activiteiten buiten het thuisland van een bedrijf te vestigen zijn lagere arbeidskosten, mildere milieuvoorschriften, minder strenge arbeidsvoorschriften, gunstige belastingvoorwaarden en de nabijheid van grondstoffen.
Het offshoren van banen en infrastructuur werd in het midden van de 20e eeuw een belangrijke factor in de wereldwijde economische ontwikkeling. Aanvankelijk richtten bedrijven hun outsourcinginspanningen op laag- of ongeschoolde productiebanen en eenvoudige assemblagewerkzaamheden (zie maquiladora). Aan het begin van de 21e eeuw werden echter ook steeds meer geschoolde banen geëxporteerd. Naarmate de communicatietechnologie evolueerde en de onderwijsmogelijkheden toenamen, waren veel ontwikkelingslanden in staat om geschoolde arbeidskrachten te leveren. Bedrijven over de hele wereld begonnen deze nieuwe arbeidskrachten in te schakelen om klantencontactcentra te bemannen en banen in financieel beheer en IT te vervullen. In landen als India, de Filippijnen en Maleisië werd een groeiende pool van universitair afgestudeerden in de technologie snel in staat om complexe taken te beheren, waaronder software engineering, computer chip design, en het schrijven van codes.
Een belangrijke factor die IT offshoring heeft gestimuleerd is het enorme verschil in zowel salarissen als kosten van levensonderhoud tussen Amerikaanse werknemers in de technologie en hun collega’s in minder ontwikkelde landen. In het begin van de 21e eeuw schatten analisten dat de gemiddelde Indiase IT-arbeider ongeveer 13 procent van het salaris van zijn Amerikaanse collega verdiende. Vergelijkbare factoren stimuleerden de groei van offshore outsourcing in de financiële dienstverlening en brachten nieuwe banen in het bankwezen, het verzekeringswezen en de effectenhandel naar een wereldwijd arbeidspotentieel dat nieuw gekwalificeerd was om de taken uit te voeren.
Hoewel offshore outsourcing economische voordelen heeft opgeleverd, heeft het ook enkele problemen geschapen: zo kan werk dat op afgelegen locaties wordt uitgevoerd niet voldoen aan de kwaliteitsnormen die door het moederbedrijf worden verwacht; er kan uitbuiting van werknemers plaatsvinden; en lagere milieunormen, vooral in ontwikkelingslanden, kunnen het lokale milieu schaden of een bedreiging vormen voor de gezondheid. Een van de meest uitgesproken punten van kritiek op offshore outsourcing is afkomstig van werknemers in ontwikkelde landen die beweren dat het aantal voor hen beschikbare banen is verminderd door de praktijk van het inhuren van goedkopere arbeidskrachten in andere landen.