The Raffles Effect
Het moderne Singapore is in de 19e eeuw gesticht, dankzij de politiek, de handel en een man die bekend stond als Sir Thomas Stamford Raffles.
In die tijd wilde het Britse keizerrijk een aanleghaven in deze regio om zijn handelsvloot uit te baseren, en om elke opmars van de Nederlanders tegen te gaan. Singapore, al een opkomende handelspost langs de Straat Malakka, leek ideaal.
Raffles, toen luitenant-gouverneur van Bencoolen (nu Bengkulu) op Sumatra, landde op 29 januari 1819 in Singapore. Hij onderkende het enorme potentieel van het met moeras bedekte eiland en hielp bij de onderhandelingen over een verdrag met de plaatselijke heersers en vestigde Singapore als handelsstation. De stad groeide al snel uit tot een handelscentrum en trok immigranten uit China, India, de Maleisische archipel en daarbuiten aan.
In 1822 voerde Raffles het Raffles Town Plan in, ook bekend als het Jackson Plan, om de toenemende wanordelijkheden in de kolonie aan te pakken. Etnische woonwijken werden verdeeld in vier gebieden. In European Town woonden Europese handelaars, Euraziërs en rijke Aziaten, terwijl de etnische Chinezen zich in het huidige Chinatown en ten zuidoosten van de Singapore River bevonden. Etnische Indiërs woonden in Chulia Kampong ten noorden van Chinatown, en Kampong Gelam bestond uit moslims, etnische Maleiers en Arabieren die naar Singapore waren gemigreerd. Singapore ontwikkelde zich verder als handelspost, met de oprichting van verschillende belangrijke banken, handelsverenigingen en Kamers van Koophandel. In 1924 werd een verbindingsweg geopend die het noordelijke deel van Singapore met Johor Bahru verbond.