De Peloponnesos is een groot schiereiland dat door de Isthmus van Korinthe met het noordelijke grondgebied van Griekenland is verbonden. Ten westen van de Peloponnesos ligt de Ionische Zee en ten oosten de Egeïsche Zee. Het terrein wordt gekenmerkt door hoge kalkstenen bergen, smalle kustvlakten en natuurlijke rotsachtige havens. In het gebied lagen verschillende steden die in de oudheid belangrijk waren, zoals Mycene, Argos, Megalopolis, Sparta, Ellis, Messene en Korinthe. De regio bevat ook de belangrijke oude religieuze plaatsen Olympia, Epidaurus, Isthmia en Nemea, waar regelmatig Panhelleense sportwedstrijden, met name de Olympische Spelen, werden gehouden.
De Bronstijd
De naam Peloponnesos (in het Grieks Peloponessos, een term die voor het eerst in de Archaïsche periode werd gebruikt), die sinds de prehistorie werd bewoond, betekent “eiland van Pelops” en is afgeleid van de mythische koning Pelops, die de regio zou hebben verenigd. De kustvlakten werden geëxploiteerd voor de landbouwproductie, wat de groei mogelijk maakte van belangrijke nederzettingen uit de Bronstijd, zoals Mycene, Argos en Tiryns op de vlakte van Argos, Sparta op de Laconische vlakte en Mesen in het zuidwesten. De Myceense beschaving staat bekend om haar expansie in de Egeïsche Zee, haar paleis- en grafarchitectuur, haar verfijnde gouden kunstwerken, en als de oorsprong van beroemde verhalen zoals de Trojaanse oorlog. De beschaving stortte ergens in de 12e eeuw v. Chr. in, misschien als gevolg van natuurrampen, overbevolking, interne sociale en politieke onrust, invasie van buitenlandse stammen, of een combinatie van al deze factoren.
Advertentie
Archaïsche & Klassieke Perioden
In de Archaïsche en Klassieke periode was met name Korinthe ideaal gelegen om de lucratieve handelsroutes over land en zee te controleren die Griekenland met het bredere Middellandse Zeegebied verbonden. Veel steden op de Peloponnesos vochten in de Perzische oorlogen van het begin van de 5e eeuw v. Chr. en sommige vormden een los bondgenootschap met het oog op militaire actie, bekend als de Peloponnesische Liga (ca. 505 v. Chr. – 365 v. Chr.). De Grieken noemden deze alliantie “de Lacedaemoniërs en hun bondgenoten”, naar hun leidende stadstaat Sparta. De betrekkingen tussen de leden waren niet altijd vreedzaam, maar zij kwamen wel samen in grote conflicten, met name in de Peloponnesische Oorlog van 431-404 v. Chr. tegen Athene en zijn bondgenoten.
Overal de regionale onruststoker, vormde Korinthe een alliantie met Argos, Boeotië, Thebe en Athene om Sparta te bestrijden in de Korintische Oorlogen van 395-386 v. Chr. Het conflict werd grotendeels op zee uitgevochten en werd door de Korinthiërs verloren. Sparta zou op zijn beurt de regionale dominantie verliezen in hun rampzalige nederlaag tegen Thebe in de Slag bij Leuctra in 371 v. Chr. Nog erger voor de regio was dat Filips van Macedonië in 338 v. Chr. de Griekse geallieerde strijdkrachten van Athene, Thebe en Korinthe versloeg in de Slag bij Chaironeia. Daarna volgde een onstabiele periode waarin de regio werd geregeerd door een opeenvolging van Hellenistische koningen.
Advertentie
Hellenistische & Romeinse Perioden
De Achaeïsche Liga (ook bekend als de Achaeïsche Confederatie) was een federatie van 12 staten in het noordoosten van de Peloponnesos, die zich oorspronkelijk in de 5e eeuw v. Chr. vormde. Aanvankelijk was de Liga bondgenoot van Athene, maar later kwam zij onder Spartaans bestuur te staan. In de 3e eeuw v. Chr. breidde de Liga haar territoriale controle uit, waarbij zij zelfs Sparta onderwierp, en tegen het einde van de eeuw werd zij een bondgenoot van Macedonië. In de 2e eeuw v. Chr. namen de Achaeërs het op tegen Macedonië en sloten een verbond met Rome.
Teken in op onze wekelijkse email nieuwsbrief!
In het midden van de 2e eeuw v. Chr. verwoestte Rome, moe van de interne twisten en provocaties in de regio, Korinthe (146 v. Chr.) en werd de Peloponnesos, samen met Noord-Griekenland, de Romeinse provincie Achaea. Patrae (het huidige Patras), dat de handelsroutes via de westelijke toegang tot de Golf van Korinthe kon controleren, werd een belangrijke Romeinse kolonie. Gythium en Methone waren andere belangrijke steden in deze periode omdat zij gunstig gelegen waren langs oost-west zeewegen.
Korinthe kreeg iets van zijn vroegere status terug toen Julius Caesar er in 44 v. Chr. zijn kolonie stichtte. De stad werd een belangrijk administratief en handelscentrum, en na het bezoek van Paulus tussen 51 en 52 na Chr. werd Korinthe het centrum van het vroege christendom in Griekenland. Korinthe, en de Peloponnesos in het algemeen, raakten in verval toen de Germaanse stammen Heruli en Alaric de regio aanvielen in 267 en 396 n.C.