Sommige hoogintelligente mensen kiezen ervoor om hun slimheid te gebruiken om gewoon door te glijden. Ze praten zich een baan in die ze makkelijk kunnen vervullen, vinden een woning die onder de marktprijs ligt, enzovoort. Dit artikel is niet voor hen bedoeld.
De meeste hoogintelligente mensen erkennen noblesse oblige, de verplichting om hun gave te gebruiken om bij te dragen aan het bruto wereldgeluk.
Natuurlijk moet iemands carrièrekeuze inspelen op sterke punten en interesses en zwakheden en nukken omzeilen. Maar alles bij elkaar genomen zullen hoogintelligente mensen waarschijnlijk het grootste verschil maken bij het kiezen van een van de twee carrières: onderzoeker en datawetenschapper.
Onderzoeker
Het lijkt erop dat de meest krachtige weg daarheen, anders dan misschien wereldleider, onderzoeker is naar aandoeningen als depressie, angst, schizofrenie, kanker, en hart- en vaatziekten.
Natuurlijk is het niet waarschijnlijk dat één persoon zo’n ziekte kan genezen, laat staan voorkomen, al was het maar omdat dat slechts containerbegrippen zijn voor verschillende verschijningsvormen en etiologieën. Maar ook al is de bijdrage van uw leven slechts dat u enkele blinde paden hebt afgesloten, dan nog zullen toekomstige onderzoekers op uw schouders kunnen staan om verdere vooruitgang te boeken. Uw leven zal dus zeer goed geleid zijn – door bij te dragen aan de uitroeiing van een wijdverbreide, afschuwelijke ziekte die elk jaar miljoenen mensen treft.
Natuurlijk is de weg naar een baan als onderzoeker steil en hobbelig. Zelfs met een Ph.D. van een prestigieuze instelling is een baan van betekenis verre van gegarandeerd. Dat vereist over het algemeen dat je promoveert onder een wereldwijd gerespecteerde professor/adviseur en dat je je concentreert op een onderzoek naar een wijdverbreide en dus financierbare ziekte als de bovengenoemde.
Als ik opnieuw zou beginnen, zou ik inderdaad proberen onderzoeker te worden, en me misschien richten op de ontwikkeling van een intelligentie-‘pil’, zodat minder baby’s aan het leven zouden hoeven te beginnen met een genetische aanval of twee tegen hen.
Ik zou zelfs het buitensporige risico kunnen nemen om te proberen de deskundigheid te verwerven zonder zelfs maar te gaan studeren, laat staan een doctoraat te behalen. Ik zou alleen studeren en als ik de basiskennis had verworven, zou ik deskundigen van wereldklasse ondervragen in de hoop dat een van hen mij zou toestaan in het lab te werken, al was het maar als flessenwasser om te beginnen. Ik zou mijn kennis dan toespitsen op datgene waar dat lab aan werkte, zodat ik mijn kennis op een just-in-time basis kon toepassen en steeds meer waarde kon toevoegen aan het onderzoek. Als zo’n expert geen kans voor me wilde wagen, zou ik een aanvraag indienen om student te worden aan universiteiten waar onderzoek van wereldklasse naar intelligentie werd gedaan en proberen het bovengenoemde type professor als mijn adviseur te krijgen. Na mijn bachelor zou ik, als mijn huidige adviseur niet bereid was mij aan te houden in een substantiële rol, opnieuw navraag doen bij de onderzoekers aan andere universiteiten die mij zonder bachelor hadden afgewezen.
Data scientist
Ik doel hier niet op de mensen die experts zijn in het bevragen van databases, maar op het maken van algoritmen voor slimmere query’s en krachtiger, modellen en algoritmen voor deep learning of machine learning; zelflerende computers. Net als onderzoeker heeft de carrière van data scientist een enorm potentieel om de mensheid te verbeteren: van pandemie preventie tot klimaatverandering mitigatie, van intracraniële-embedded computers tot AI-gestuurde counseling.
Twee carrières waar ik minder gecharmeerd van ben
Jurist. Veel mensen met een hoog IQ kiezen voor het beroep van advocaat, verleid door de belofte van prestige en geld. Maar onderzoek van de American Bar Association heeft uitgewezen dat advocaten onevenredig ongelukkig zijn, misschien omdat veel twistende mensen het vak ingaan, de vaak controversiële aard van het werk, en de vereiste hyper-aandacht voor detail, vaak alleen maar in dienst van het ene welgestelde bedrijf, de non-profit of de overheid om geld van een ander af te troggelen.
Beleggingsbankier. Er gaan steeds meer percentages van het BBP naar mensen die weinig bijdragen aan het bruto wereldgeluk, maar wel aan de prijsstelling van beursintroducties, banenvernietigende fusies en overnames, en exotische vormen van aandelen- en obligatiehandel/arbitrage. Sommige investeringsbankieren kunnen de mensheid verbeteren, bijvoorbeeld door geld in te zamelen voor een ondergekapitaliseerde poging om een vaccin tegen het coronavirus te ontwikkelen, maar de belangrijkste motivatie van de meeste investeringsbankiers is geldelijk. De meeste mensen met een hoog IQ kiezen voor een carrière die meer bijdraagt en toch nog een goed inkomen oplevert. Het is echt waar dat boven een middenklasse leven, niet alleen het netto geluk waarschijnlijk niet zal verbeteren, het beheren van al dat geld en de aankopen ervan (bijv. landhuizen, jachten, beleggingen, verzekeringen) is niet leuk.
De takeaway
Intelligentie is een van de grootste geschenken die men kan krijgen. Helaas wordt het maar al te vaak verkwanseld door luiheid of door impact in te ruilen voor geld en prestige. Als je het geluk hebt het geschenk te hebben gekregen, gebruik je het dan wijselijk?
Ik vertel ad lib over dit onderwerp op YouTube.