Rachael is een andere Engelse spelling van het Hebreeuwse Rachel (waarschijnlijk geïnspireerd door Michael). De naam Rachel is afkomstig uit de Hebreeuwse Bijbel en het christelijke Oude Testament; afkomstig van een Hebreeuws woord dat “ooi” betekent. We maken kennis met Rachel als de opvallend mooie herderin in Genesis 29:1-30. Toen Jakob haar zag, was het liefde op het eerste gezicht. Om Rachels hand te winnen, moest Jakob eerst zeven jaar voor haar vader Laban werken. Maar na zeven jaar bedroog Laban Jacob om eerst met Rachels oudere zuster Leah te trouwen. Om Rachel’s hand (weer) te winnen moest Jacob opnieuw zeven jaar voor Laban werken. Deze keer houdt Laban zijn belofte en wordt Rachel de tweede vrouw van Jakob (ook zijn favoriete). Arme Leah was lang niet zo mooi als haar zus Rachel, maar ze was een vruchtbare vrouw die Jacob verschillende zonen schonk (Reuben, Simeon, Levi, Juda, Issachar en Zebulun). Rachel daarentegen had het erg moeilijk om zwanger te worden (wat in Bijbelse tijden een grote bron van schaamte was). De Heer krijgt uiteindelijk medelijden met Rachel en zij wordt zwanger en baart Jakob twee van zijn twaalf zonen (d.w.z. de Twaalf Stammen van Israël). Haar eerste zoon is Jozef, die, net als zijn moeder, Jakobs lievelingszoon werd en aan wie hij een “mantel van vele kleuren” gaf. Helaas stierf Rachel tijdens de bevalling van haar tweede zoon (Benjamin), die zij “Ben-oni” of “zoon van mijn smart” noemde. Jakob veranderde later de naam van de jongen in Benjamin (“zoon van mijn ouderdom”), waarmee hij het onfortuinlijke stigma van zijn moeder ongedaan maakte. Traditioneel is Rachel altijd beschouwd als een Joodse naam, gezien haar status als de favoriete vrouw van Jakob en de moeder van Jozef en Benjamin. Tijdens de reformatie namen de puriteinen de naam Rachel over en uiteindelijk verspreidde deze zich ook onder niet-Joden. Rachael is de veel, veel minder populaire spelling van Rachel, maar het is in omloop in Engels-sprekende landen.