De radiale zenuw loopt van de nek, langs de bovenarm en onderarm, en geeft gevoel en motorische functie aan de hand. Bij de elleboog loopt hij door een tunnel die bestaat uit bot, spieren en pezen. Verwondingen, tumoren of ontstekingen kunnen de zenuw beknellen, wat leidt tot het radiale tunnelsyndroom, dat gekenmerkt wordt door pijn en zwakte bovenaan de onderarm of achteraan de hand, vooral bij het strekken van de arm. De radiale zenuw kan worden gedecomprimeerd door middel van een chirurgische procedure die radiale tunnel release wordt genoemd.
De operatie wordt aanbevolen wanneer conservatieve opties falen over een periode van 3 maanden, en in ernstige gevallen waarbij de pols extreem zwak wordt en het strekken van de vingers moeilijk is.
Radiale tunnel release wordt meestal uitgevoerd onder gedeeltelijke algehele anesthesie, zodat de zenuwreacties kunnen worden getest tijdens de procedure. Er wordt een incisie gemaakt aan de buitenzijde of de binnenzijde van uw elleboog om de radiale zenuw bloot te leggen. Deze wordt boven en onder de elleboog getraceerd om alle gebieden van compressie te identificeren. De supinator-spier die de radiale tunnel omsluit, wordt ter hoogte van de beknellingspunten in tweeën gesneden om de zenuw meer ruimte te geven om door de tunnel te gaan. Alle voorzorgsmaatregelen worden genomen om zenuwbeschadiging te voorkomen. De tunnel blijft vergroot doordat nieuw weefsel groeit en de spleten opvult.
Na de operatie worden uw elleboog, onderarm en pols in een spalk geplaatst. Oefeningen, massage, ijskompressen en rekoefeningen worden na een week ingevoerd om het bewegingsbereik te verbeteren. Na zes weken volgen oefeningen om de elleboog en pols te versterken en de fijne motoriek te verbeteren. Volledig herstel treedt meestal op na 6 tot 8 maanden.
Zoals bij alle chirurgische ingrepen kunnen er bij een radiale tunnel release bepaalde complicaties optreden, zoals zenuwletsel, lichte pijn, infectie, onvolledig functieherstel en littekenvorming.