Rijn

MET een totale lengte van 820 mijl (1.320 km) stroomt de Rijn door ZWITSERLAND, DUITSLAND en NEDERLAND. De Rijn is de langste rivier van Duitsland en waarschijnlijk de belangrijkste waterweg van West-Europa. De Vorderhein, Hinterrhein en Alpenrhein zijn de bronnen van de rivier in Zwitserland. Vervolgens mondt de Rijn uit in de Bodensee (Bodenmeer) en komt weer boven als de Hochrhein tot Bazel aan de Zwitsers-Duitse grens. Vanaf Bazel stroomt hij als Oberrhein over de Frans-Duitse grens via Straatsburg/Kehl Duitsland in naar de steden Carlsruhe, Mannheim/Ludwigshafen en Mainz. Na Mainz gaat hij over in de Mittelrhein en de Niederrhein en loopt verder via Bonn, Keulen, Düsseldorf en Duisburg naar de Duits-Nederlandse grens. Hij eindigt zijn route via Nijmegen bij Rotterdam, Nederland, aan de Noordzee.

De Rijn stroomt ruwweg in noordwestelijke richting en heeft aan zijn monding een jaarlijks debiet van 16,6 kubieke mi (69,3 kubieke km). De rivier is van enorm economisch, cultureel en historisch belang voor heel West-Europa. De Romeinen kwamen naar de Rijn en probeerden delen van Germanië te koloniseren door de rivier over te steken, maar het was in de vroege Middeleeuwen, toen het nieuwe rijk van Karel de Grote bestond uit grote gebieden aan beide zijden van de Rijn. Deze gebieden vormen nu – althans in delen – FRANKRIJK, Duitsland, Zwitserland, OOSTENRIJK, BELGIË, LUXEMBURG en Nederland. Toen het keizerrijk na de dood van Karel uiteenviel, waren twee opvolgingsgebieden (het huidige Frankrijk en Duitsland) verwikkeld in langdurige geschillen, waarbij de Rijn zowel een symbool als een katalysator was.

Het onder de Franse koning Lodewijk XIV ontwikkelde concept van natuurlijke grenzen omarmde de gehele linker (westelijke) zijde van de Rijn als de Franse grens. Dit strategische doel werd pas bereikt na de militaire successen van Napoleon Bonaparte. De Fransen hebben altijd gehoopt op een confederatie van kleinere Duitse staten aan de rechter (oostelijke) zijde van de Rijn, geallieerd met Frankrijk, die zij probeerden te installeren in de vroege jaren 1800 en opnieuw na 1918. Deze pogingen mislukten, en sinds het begin van de 19e eeuw claimt het Duitse nationalisme de Rijn niet als een grens, maar als een integraal deel van Duitsland aan beide zijden van de rivier. Duitse nationalisten probeerden dit concept met geweld te vestigen, met catastrofale gevolgen in 1870-71, 1914-18, en 1939-45. Na meer dan 200 jaar van oorlogen over de heerschappij over de Rijn werd dit geschil uiteindelijk beslecht door de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog en door het Frans-Duitse vriendschapsverdrag dat in 1963 werd ondertekend door de Franse president Charles de Gaulle en de Duitse bondskanselier Konrad Adenauer.

Het economische belang van de Rijn is vooral te danken aan zijn rol als waterweg die grote delen van West-Europa doorkruist (met kanalen naar Franse rivieren en naar de Duitse Main en de DANUBE). Dankzij de ingenieurswerken waarmee Johann Gottfried Tulla in het begin van de 19e eeuw in het Groothertogdom Baden is begonnen, is de Rijn vandaag voor schepen toegankelijk van Bazel via Straatsburg door heel Duitsland tot Rotterdam en de Noordzee. Het economisch belang leidde tot internationale verdragen, die allemaal in Mannheim werden ondertekend (vooral in 1831 en 1868). Deze waterweg droeg bij tot de ontwikkeling van allerlei soorten industrie langs de Rijn (bijvoorbeeld: chemische industrie in Bazel, Straatsburg, Mannheim en Ludwigshafen; staal en steenkool in de delen van de Rijn bij het Ruhrgebied). De havens van Straatsburg, Mannheim en Duisburg zijn belangrijke rivierhavens binnen West-Europa, en de haven van Rotterdam is de drukste haven ter wereld. De laatste decennia is de bescherming van het milieu van de Rijn, zowel voor dieren (vooral vogels en vissen) als ter voorkoming van overstromingen (Rheinauen), een onderwerp geworden van internationale inspanningen en verdragen.

Als historisch betwiste grens hebben de oevers van de Rijn een groot aantal forten, vooral tussen Mainz en Bonn in Duitsland. Hoewel nu vooral ruïnes, waren deze bouwwerken meer dan 1000 jaar lang getuige van het belang van de Rijn als smeltkroes van culturele en economische tradities. Vandaag dragen de ruïnes, samen met opmerkelijke wijngaarden, bij tot de toeristische industrie. De gevechten van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen nazi-Duitsland in de Rijnstreek (met name Arnheim) hebben bijgedragen aan het helaas bloedige erfgoed van de Rijn.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *