Opportuniteitskosten – Opportuniteitskosten zijn de kosten van het op een na beste alternatief dat wordt overgeslagen. Als u 1 miljoen pond investeert in de ontwikkeling van een geneesmiddel tegen alvleesklierkanker, is de opportuniteitskost dat u dat geld niet kunt gebruiken om te investeren in de ontwikkeling van een geneesmiddel tegen huidkanker.
Economische kosten. De economische kosten omvatten zowel de werkelijke directe kosten (boekhoudkundige kosten) als de opportuniteitskosten. Als u bijvoorbeeld vrij neemt van uw werk om een opleiding te volgen. U verliest een weekloon van £350, plus de directe kosten van £200. De totale economische kosten bedragen dus £550.
Boekhoudkundige kosten – dit zijn de geldelijke uitgaven voor het produceren van een bepaald goed. De boekhoudkundige kosten omvatten de variabele en vaste kosten die u moet betalen.
Sunk Costs. Dit zijn kosten die zijn gemaakt en niet kunnen worden terugverdiend. Als u de bedrijfstak verlaat, kunt u verzonken kosten niet terugvorderen. Als u bijvoorbeeld geld uitgeeft aan reclame om tot een bedrijfstak toe te treden, kunt u deze kosten nooit terugvorderen. Als u een machine koopt, kunt u die misschien wel verkopen als u de bedrijfstak verlaat. Zie: Sunk cost fallacy
Avoidable Costs. Kosten die kunnen worden vermeden. Als u stopt met de productie van auto’s, hoeft u niet te betalen voor extra grondstoffen en elektriciteit. Soms bekend als vermijdbare kosten.
Expliciete kosten – dit zijn kosten die een bedrijf direct betaalt en die zichtbaar zijn op de boekhoudkundige balans. Expliciete kosten kunnen variabel of vast zijn, alleen een duidelijk bedrag.
Impliciete kosten – dit zijn opportuniteitskosten, die niet noodzakelijkerwijs op de balans staan, maar wel van invloed zijn op de onderneming. Als een bedrijf bijvoorbeeld zijn activa, zoals een drukpers, gebruikt om folders te drukken voor een goed doel, betekent dit dat het inkomsten misloopt uit het produceren van commerciële folders.
Marktfalen
- Sociale kosten. Dit zijn de totale kosten voor de samenleving. Zij omvatten de particuliere kosten plus de externe kosten (kosten die door een derde worden gemaakt). Kan ook “werkelijke kosten” worden genoemd
- externe kosten. This is the cost imposed on a third party. For example, if you smoke, some people may suffer from passive smoking. That is the external cost.
- Private Costs. The costs you pay. e.g. the private cost of a packet of cigarettes is £6.10
- Social Marginal Cost. The total cost to society of producing one extra unit. Social Marginal Cost (SMC) = Private marginal cost (PMC) + External marginal Cost (XMC)
Diagram of Costs
For full diagrams of costs see: Diagrams of cost curves
Average Cost Curves
- ATC (Average Total Cost) = Total Cost / quantity
- AVC (Average Variable Cost) = Variable cost / quantity
- MC = Marginal cost.
- AFC (Average Fixed Cost) = Fixed cost / quantity
Total costs
Total cost (TC) = Variable cost (VC) + fixed costs (FC)
Related
- Marginal costs
- Social costs
- Diagram of cost curves
- Absorbed costs = variable + fixed manufacturing overhead costs
- Isocosts – a line showing all combinations of two factors that cost the same to employ.