Sir Galahad was de zoon van Sir Lancelot en Elaine. Zijn naam kan van Welshe oorsprong zijn of komen van de plaatsnaam Gilead in Palestina. Hij werd buitenechtelijk geboren en als kind in een nonnenklooster geplaatst omdat de abdis daar zijn oudtante was.
Bij een gelegenheid werd een “zwaard in een steen” door koning Arthur’s ridders in een rivier gezien en de legende vertelde dat alleen ’s werelds beste ridder het zwaard eruit kon trekken. Galahad werd naar het hof van koning Arthur geleid waar hij plaatsnam in de “Siege Perilous” (de vacante zetel aan de Ronde Tafel die gereserveerd was voor de ridder die op een dag succesvol zou zijn bij het terugvinden van de Heilige Graal). Nadat hij aan de Ronde Tafel had plaatsgenomen, trok Galahad het zwaard uit de steen. Jaren later, aan het hof van Arthur, verscheen de Heilige Graal in een visioen aan Galahad en toonde hem dat hij een van de drie ridders was die waren uitgekozen om de zoektocht naar de Heilige Graal te ondernemen. Hij kreeg een wit schild, gemaakt door Evelake met een rood kruis dat Jozef van Arimathea in bloed had getekend. Tijdens zijn zoektocht sloot hij zich aan bij Sir Percivale, Sir Bors de Ganis, en Percivale’s zuster. Eenmaal aan boord van Salomo’s schip, verkreeg Sir Galahad het Zwaard van David, en na de dood van Percivale’s zuster splitste het trio zich voor een tijdje op en Galahad reisde met zijn vader, Sir Lancelot.