Geschreven alsof het een briefje is dat op een keukentafel is achtergelaten, komt Williams gedicht op de lezer over als een stuk gevonden poëzie. Metrisch gezien vertoont het gedicht geen regelmaat in klemtoon of aantal lettergrepen. Met uitzondering van regel twee en vijf (elk een iamb) en regel acht en negen (elk een amfibrach), hebben geen twee regels dezelfde metrische vorm. De samenklank van de letters “Th” in regel twee, drie en vier, alsmede de samenklank van de letter “F” in regel acht en negen, en de letter “S” in regel elf en twaalf zorgen voor een natuurlijk ritme wanneer het gedicht wordt voorgelezen.
Een opvallend gebrek aan interpunctie draagt bij aan de tonale ambiguïteit van het gedicht. Terwijl de tweede strofe begint met een voegwoord, wat een verband met de eerste strofe impliceert, wordt de derde strofe van de eerste twee gescheiden door het hoofdletterwoord “Vergeef”. In een interview in 1950 vroeg John W. Gerber de dichter wat “This Is Just to Say” tot een gedicht maakt; Williams antwoordde: “In de eerste plaats is het metrisch absoluut regelmatig… Dus, dogmatisch gesproken, moet het wel een gedicht zijn omdat het die kant op gaat, zie je wel!” Critica Marjorie Perloff schrijft: “Op de pagina lijken de drie kleine kwatrijnen op elkaar; ze hebben ruwweg dezelfde fysieke vorm. Het is eerder de typografie dan enige vorm van fonemische herhaling die de spreekstem (of het oog dat de regels in stilte leest) aanwijzingen geeft en die de betekenissen van het gedicht ontrafelt.” Bovendien beïnvloedt deze typografische structuur elke latere interpretatie van de lezer.
Florence Williams’ (Williams’ vrouw) ‘antwoord’ op This Is Just to Say is opgenomen als een ‘Detail’ in de gedeeltelijk gepubliceerde Detail & Parodie voor het gedicht Paterson (een manuscript op SUNY Buffalo) dat voor het eerst verscheen in 1982. Aangezien Williams ervoor koos het ‘antwoord’ in zijn eigen reeks op te nemen lijkt het waarschijnlijk dat hij een door zijn vrouw achtergelaten briefje nam en er een ‘gedicht’ van maakte.