Tweede-orde-conditionering

De theoretische modellen voor de werking van tweede-orde-conditionering (SOC) hebben een basis in associatieve leertheorieën. Er zijn vier grote modellen gebaseerd op de associaties die tijdens SOC worden gevormd. Het eerste model suggereert dat de tweede-orde stimulus (CS2) en de geconditioneerde respons (CR) een directe link vormen die versterkt wordt door de aanwezigheid van de eerste-orde stimulus (CS1). Het tweede model suggereert dat in succesvolle SOC een associatieve representatie van elke stimulus wordt gecreëerd. De presentatie van de CS2 zou een representatie van de CS1 oproepen, die een representatie van de ongeconditioneerde stimulus (US) zou oproepen, en aldus tot de CR zou leiden. Het derde model suggereert een direct verband tussen de CS2 en een representatie van de US, die tot de CR leidt. Het vierde model suggereert dat de CS2 een CR uitlokt via een CS1 representatie omdat er een verband bestaat tussen de CS2 en de CS1 representatie.Tweede-orde conditionering helpt verklaren waarom sommige mensen geld zo graag willen hebben dat ze het oppotten en er zelfs meer waarde aan hechten dan aan de voorwerpen die ze ermee kopen. Geld wordt in eerste instantie gebruikt om voorwerpen te kopen die bevredigende resultaten opleveren, zoals een dure auto. Hoewel geld niet direct wordt geassocieerd met de sensatie van een ritje in een nieuwe sportauto, kan geld door tweede-orde-conditionering wel in verband worden gebracht met dit soort begerenswaardige kwaliteit.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *