Het raadsel van de Grote Sfinx
Korte feiten
Locatie: Gizeh, Egypte
Gebouwd: Rond 2560 voor Christus
Grootte: 66 voet (20m) hoog en 240 voet (73m) lang.
Ontwerp: Een leeuw met een mannengezicht..
Hoofd: 19 voet (6m) van voorhoofd tot kin. 18 voet (6 m) breed en naar men denkt gemodelleerd naar farao Khafra (Chephren).
Van gemaakt: Een natuurlijke kalksteen, rotspunt gewijzigd in de vorm en aangevuld met stenen blokken.
Anders: Naam betekent “De angstaanjagende,” of de “Vader van de angst.”
Uw angstaanjagende vorm is het werk van de doodloze goden. Om het vlakke en vruchtbare land te sparen, hebben ze u in uw depressie geplaatst. Een rotsachtig eiland waarvan zij het zand hebben verbannen. Zij plaatsten u als buurman van de piramiden…Die waakzaam de gezegende Osiris bewaakt… -Inscriptie uit de tweede eeuw na Christus
Na 25 eeuwen was de geschiedenis van de grote Sfinx bij Gizeh zo vergeten dat velen geloofden dat hij door de Goden in zijn positie, als bewaker van de piramiden, was geplaatst. De Sfinx is inderdaad zo’n indrukwekkend werk dat men, zelfs vandaag nog, gemakkelijk zou kunnen geloven dat het met bovennatuurlijke middelen tot stand moet zijn gebracht. Het beeld, met een mannenhoofd en een leeuwenlichaam, is 66 voet hoog en 240 voet lang. De kop meet 2 meter van voorhoofd tot kin. Elke poot strekt zich 2 meter voor het lichaam uit. Het gezicht is meer dan 6 meter breed.
De leeuw was een krachtig symbool in het oude Egypte omdat hij kracht en moed vertegenwoordigde. De grote kat werd ook beschouwd als de opperste beschermer en getemde leeuwen vergezelden soms koningen in de strijd. Niet alleen als mascotte, maar als de fysieke aanwezigheid van een god, bedoeld om de troepen te beschermen. De Sfinx was de combinatie van twee symbolen, een leeuwengod en de koning-farao/god, in één icoon. De Grote Sfinx bij Gizeh draagt waarschijnlijk het gezicht van de heersende farao ten tijde van de bouw: Khafra (AKA Chephren).
De naam “Sfinx” is waarschijnlijk niet de orginele naam van dit beeld (waarvan wordt aangenomen dat het het oudste monumentale beeld ter wereld is). De term “Sfinx” komt uit het Arabisch en betekent De Verschrikkelijke, of heel letterlijk, de Vader der Verschrikking.
Het symbool bleef niet beperkt tot Egypte, maar werd ook aangetroffen in de oude Fenicische, Syrische en Griekse samenlevingen. In de Griekse legende verslond de Sfinx alle reizigers die het raadsel dat hij opgaf niet konden beantwoorden: “Wat is het wezen dat ’s morgens op vier benen loopt, ’s middags op twee benen en ’s avonds op drie ?” De held Oedipus gaf het antwoord “de mens”, wat de dood van de Sfinx tot gevolg had.
De Grote Sfinx bij Gizeh begon als een natuurlijke rotspartij. De oude Egyptenaren hakten het reusachtige beeld rond 2500 v. Chr. in de kalksteen. Om het nog hoger te maken dan de hoogte van de rotswand hakten zij een holte uit rond de basis van het beeld. De poten waren gemaakt van stenen blokken. Het gehele beeld was in de oudheid beschilderd: rood voor het gezicht en het lichaam, geel met blauwe strepen op het hoofddeksel. Tenslotte werd voor het beeld een tempel gebouwd, waar bezoekers geschenken konden geven aan het “levende beeld” van het wezen dat de Egyptenaren soms “Horus-in-de-Horizon” noemden.
De droom van Thoetmosis IV
Naarmate de tijd verstreek, kreeg het beeld minder aandacht en na een paar eeuwen bedekte woestijnzand de Grote Sfinx tot aan zijn nek. Volgens legenden drukten bezoekers hun oor tegen de lippen van het beeld op zoek naar wijsheid. Rond 1400 v. Chr. kwam een Egyptische prins, op jacht, tot rust in de schaduw van de Sfinx. Terwijl hij sliep, hoorde hij de Sfinx zeggen dat hij heerser over Egypte zou worden vóór zijn oudere broers, als hij beloofde het zand op te ruimen. Toen hij wakker werd, zwoer de prins zich aan de afspraak te houden. Volgens het verhaal besteeg hij de troon als farao Thoetmosis IV en liet het beeld snel blootleggen.
Historici denken dat Thoetmosis IV de droom heeft verzonnen om een moord te verdoezelen. Thoetmosis liet zijn broer vermoorden, zodat hij de kroon kon bemachtigen. Hoewel het Egyptische volk Thoetmosis het doden uit persoonlijk gewin misschien niet kon vergeven, kon het het door de vingers zien als het leek alsof het de wil van de goden was.
Tegen de 19e eeuw, toen Europese archeologen Egyptische monumenten onder de loep begonnen te nemen, was het standbeeld opnieuw tot aan zijn nek toe bedekt met zand. In het begin van de 20e eeuw werden pogingen ondernomen om het beeld bloot te leggen en te herstellen. De conserveringswerkzaamheden gaan tot op de dag van vandaag door.
Onbekende doorgangen?
Er gaan geruchten over gangen en geheime kamers rond de Sfinx en tijdens recente restauratiewerkzaamheden zijn verschillende tunnels herontdekt. Een ervan, bij de achterkant van het beeld, strekt zich ongeveer negen meter naar beneden uit. Een andere, achter het hoofd, is een korte doodlopende schacht. De derde, halverwege tussen de staart en de poten, werd blijkbaar geopend tijdens restauratiewerkzaamheden in de jaren 1920, en daarna opnieuw afgesloten. Het is onbekend of deze tunnels door de oorspronkelijke Egyptische ontwerpers zijn aangelegd, of dat zij later in het beeld zijn uitgehakt. Veel wetenschappers speculeren dat ze het resultaat zijn van oude schattenjachten.
Er zijn verschillende pogingen ondernomen om met niet-invasieve onderzoekstechnieken na te gaan of er nog andere verborgen kamers of tunnels rond de Sfinx zijn. Deze omvatten elektromagnetische sonderingen, seismische refractie, seismische reflectie, refractietomografie, elektrische resistiviteit en akoestische survey-tests.
Studies van de Florida State University, de Waseda University (Japan) en de Universiteit van Boston hebben “anomalieën” rond de Sfinx gevonden. Deze zouden kunnen worden geïnterpreteerd als kamers of doorgangen, maar het zouden ook natuurlijke kenmerken kunnen zijn zoals breuken of veranderingen in de dichtheid van het gesteente. Egyptische archeologen, die belast zijn met het behoud van het beeld, zijn bezorgd over het gevaar van het graven of boren in de natuurlijke rots in de buurt van de Sfinx om uit te vinden of er werkelijk holten bestaan.
Ondanks nauwkeurige bestudering blijft veel over de Grote Sfinx onbekend. Er zijn geen inscripties over bekend uit het Oude Rijk, en er zijn nergens inscripties te vinden die de bouw of het oorspronkelijke doel ervan beschrijven. In feite weten we niet eens hoe de bouwers van de Sfinx hun schepping noemden. Het raadsel van de Sfinx blijft dus bestaan, ook vandaag nog.
De Sfinx: ouder dan we denken?
De gangbare wetenschap gaat ervan uit dat de Sfinx tijdens de regering van koning Khafre rond 2500 v.Chr. uit een rotswand is gehouwen. Maar in 1979 schreef een amateur archeoloog genaamd John Anthony West een boek met de titel Serpent in the Sky. In het boek suggereerde West dat de Sfinx veel ouder was dan de piramiden en dat de erosie het resultaat was van regen en niet van opwaaiend zand. Daarom, zo concludeerde West, moet de Sfinx duizenden jaren eerder zijn gebouwd toen het land veel natter was.
Niemand gaf veel aandacht aan Wests theorie totdat West een geoloog van de Boston University, Robert Schoch, inschakelde. Schoch onderzocht de Sfinx en denkt dat sommige spleten in de rots inderdaad zijn ontstaan door stromend water of regen. Zijn conclusie is dat de voorkant en de zijkant van de Sfinx dateren van 5000 tot 7000 v. Chr. en dat zij in de tijd van Khafre zijn verbouwd om het evenbeeld van de farao te geven. Andere Egyptologen beweren dat de oorspronkelijke schatting nog steeds juist is en dat de door Schoch gevonden spleten het resultaat waren van nat zand dat vanaf de rivier de Nijl werd opgeblazen, niet van regen.
De kop van de Grote Sfinx is 19 voet hoog. (CC BY-SA 3.0 Ad Meskens)