In de lichtskeletbouw is een vogelbekverbinding een houtbewerkingsverbinding die over het algemeen wordt gebruikt om een dakspant te verbinden met de bovenplaat van een dragende muur. Het is een in de dakspar gezaagde inkeping die bestaat uit een “zitsnede” (waarvan het vlak op de bovenplaat rust) en een “haksnede” of “loodsnede” (waarvan het vlak evenwijdig aan de dragende muur ligt), waardoor een vorm wordt verkregen die lijkt op een vogelbek. De inkeping mag niet ongesteund doorlopen aan de binnenkant om de structurele integriteit van de dakspar te behouden, omdat het ongesteunde deel kan splijten met de nerf van het hout. De verbinding wordt meestal met spijkers vastgezet door de spant vanaf de zijkant in de bovenplaat eronder te slaan.
De diepte van een spantensnede varieert afhankelijk van de plaatselijke bouwvoorschriften op verschillende locaties. Als algemene regel geldt dat niet meer dan een derde van de diepte van de dakspar verwijderd mag worden, om de structurele integriteit te behouden.