De dop van een pinda (eigenlijk geen noot) is een peul, en net als andere peulvruchten kan elke peul meer dan één zaadje bevatten. Hoewel de in de Verenigde Staten gangbare cultivar twee zaden heeft, kunnen verschillende pindasoorten er één tot vier hebben. De voedzame en veelzijdige pinda is een belangrijk hoofdbestanddeel in het dieet van mensen over de hele wereld.
Hoewel de pinda (Arachis hypogaea) tegenwoordig overal ter wereld voorkomt, was hij inheems in Zuid-Amerika, en men vermoedt dat hij afkomstig is van de uitlopers van de Andes in Bolivia en Peru. Antropologen hebben bewijzen gevonden dat de teelt van pinda’s al minstens 7.600 jaar oud is.
De pindaplant, smakelijk en winterhard, verspreidde zich snel. Al in de 1e eeuw na Christus bereikte de plant Mexico, en kort nadat de Europese ontdekkingsreizigers de Nieuwe Wereld hadden bereikt, vervoerden zeelieden de pinda naar China en Afrika, waar de plant rond 1500 populair werd.
Kort daarna, toen Noord-Amerika werd gekoloniseerd, brachten slaafgemaakten, die als onderdeel van de slavenhandel op plantages in Virginia waren gaan werken, pinda’s met zich mee. Aan het begin van de 19e eeuw werden pinda’s op commerciële schaal geteeld, niet alleen als voedingsmiddel, maar ook voor olie en zelfs als vervanger van cacao. Tijdens het laatste deel van de eeuw werden “heetgebrande pinda’s” verkocht door P.T. Barnum toen het circus door het land trok, wat nog meer bijdroeg aan hun populariteit.
Innovaties in de 20e eeuw maakten het telen en oogsten van pinda’s veel gemakkelijker, die tegen die tijd werden geconsumeerd als noten, olie en pindakaas. In die tijd begonnen nog meer boeren pinda’s te verbouwen, omdat een bolletjekeverplaag de katoenteelt te gronde richtte.
Heden ten dage worden pinda’s over de hele wereld verbouwd, waarbij China en India de meeste pinda’s produceren. Pinda’s zijn winterhard en gemakkelijk te verbouwen, en bevatten veel voedingsstoffen in een klein pakketje. Een kwart kopje pinda’s levert aanzienlijke hoeveelheden vitamine B3, B1, E, biotine, folaat, koper, mangaan, molybdeen en fosfor. Het levert ook bijna een vijfde van de dagelijkse eiwitbehoefte van een persoon.
Op basis van deze stevige basis hebben kinderartsen die in Afrika werken een therapeutisch voedsel ontwikkeld dat is gemaakt van een combinatie van pinda’s, olie, suiker, poedermelk, vitaminen en mineralen om te gebruiken om ernstige acute ondervoeding (SAM) te bestrijden. De behandeling, RUTF (ready-to-use food) genoemd, is kosteneffectief, bestand tegen bederf en heeft de afgelopen tien jaar al duizenden kinderen gered.
Het zonder onderscheid voeren van pindakaas aan kinderen mag dan wel een schok zijn voor Amerikaanse ouders die zijn gewaarschuwd voor het risico van voedselallergieën, maar het is wel in overeenstemming met recent onderzoek waaruit blijkt dat deze angst, en de daarmee gepaard gaande late introductie van pinda’s, kan hebben bijgedragen aan de enorme toename van pinda-allergieën die de afgelopen decennia is waargenomen.
In 2000 adviseerde de American Academy of Pediatrics om kinderen pas op 2-jarige leeftijd kennis te laten maken met pinda’s, maar in 2008 werd duidelijk dat deze maatregelen de ontwikkeling van voedselallergieën geenszins tegenhielden.
Meer recentelijk heeft de American Academy of Allergy, Asthma & Immunology in januari 2013 aanbevelingen gedaan die tegen de oude richtlijnen ingaan, en de introductie van pindakaas (samen met vis en eieren) tussen de leeftijd van 4 en 6 maanden aanmoedigen, om zo het lichaam van het kind te helpen trainen het voedsel te accepteren.
Pinda-allergieën blijven echter een punt van zorg, en een recente studie heeft bevestigd dat met name droog geroosterde pinda’s de ernstigste allergische reacties veroorzaken. Dit komt omdat: “droog roosteren veroorzaakt een chemische modificatie van pinda-eiwitten die het immuunsysteem lijkt te activeren.”
Naast allergieën, wanneer pinda’s verkeerd worden opgeslagen, zullen bepaalde soorten schimmel erop groeien en aflatoxine produceren, een soort kankerverwekkende stof die leverkanker heeft veroorzaakt bij proefdieren. Uit een studie van de Consumers Union bleek echter dat hoewel de giftige stof in sommige boters werd aangetroffen – ironisch genoeg het hoogst in de boters die vers werden gemalen in natuurvoedingswinkels – de grote merken de laagste hoeveelheden hadden (Skippy, Jif en Peter Pan).
Daarnaast kunnen pinda’s ook salmonella dragen – een potentieel dodelijke bacterie. In 2008-2009 werd een salmonella-uitbraak die te wijten was aan bedorven pindakaas in verband gebracht met 9 sterfgevallen en honderden zieken in het hele land. Tijdens een later onderzoek werd onthuld dat het bedrijf in het centrum van de uitbraak, The Peanut Corporation of America, wist dat de pindakaas besmet was voordat het werd verscheept.
Zes jaar later veroordeelde een federale jury in Georgia de eigenaar, Stewart Parnell, wegens fraude, samenzwering en andere aanklachten. Zijn broer, Michael, werd ook veroordeeld voor verschillende aanklachten, en de “kwaliteitscontrole” manager van de fabriek, Mary Wilkerson, werd veroordeeld voor belemmering van de rechtsgang. Dit was de eerste keer dat de directeur van een bedrijf voor een jury werd berecht voor het willens en wetens verkopen van met de bacterie besmet voedsel.
Gelukkig zijn de meeste gezondheidsdeskundigen van mening dat pindakaas, in gematigde hoeveelheden, veilig is om te consumeren. Dienovereenkomstig zijn de inkomsten uit pindakaas in de Verenigde Staten de laatste paar jaar gestegen, tot 1,5 miljard dollar in 2013.
Als je dit artikel leuk vond, vind je misschien ook onze nieuwe populaire podcast leuk, The BrainFood Show (iTunes, Spotify, Google Play Music, Feed), evenals:
- De verrassend korte geschiedenis van de Peanut Butter and Jelly Sandwich
- George Washington Carver heeft pindakaas niet uitgevonden
- Wie was Reese van Reese’s Peanut Butter Cups
- Mythe of Feit: Het menselijk lichaam hunkert naar voedsel dat voedingsstoffen bevat waaraan het momenteel een tekort heeft
- Druivennoten bevatten noch druiven noch noten
Bonusfeit:
- The following aren’t technically nuts: almonds, Brazil nuts, Cashews, Walnuts, Coconuts, Macadamia nuts, Peanuts, Tom Cruise, and Pistachios, among others.