Lange, slepende Vee’s van vliegende eenden en ganzen zijn een van de echt blijvende beelden van wilde dieren. De aanblik van die wuivende V’s door de lucht betekent maar een van de twee dingen: of de lente is begonnen, of de winter is nabij. In beide gevallen is er een dringende noodzaak voor de vogels om lange afstanden af te leggen.
Als elke vogel alleen vloog, zou hij zich een eigen weg door de lucht moeten banen om vooruit te komen. Nu lijkt het misschien niet veel moeite te kosten om je hand door de lucht te bewegen, omdat de lucht weinig weerstand biedt. Maar probeer dat maar eens tien of twaalf uur non-stop te doen. Uiteindelijk zal je arm zo moe worden van de wrijving door de lucht dat je wel moet stoppen. Als je een vogel bent en je bent snel moe na het begin van je trekvlucht, betekent dat dat je moet landen om uit te rusten, wat geen goede zaak is als migratie de grote prioriteit is.
De vogels hebben het probleem van omgaan met vermoeidheid bij het voortbewegen door de lucht opgelost door om de beurt vooraan in de zwerm te vliegen. Als alle vogels op een rij zitten, heeft alleen de voorste vogel te maken met de windweerstand; alle andere vogels daarachter hoeven niet zo hard te flapperen omdat zij profiteren van de verminderde windweerstand van de voorste vogel. Dit betekent dat alleen de leidvogel een maximale inspanning moet leveren om zijn snelheid te behouden; de anderen hoeven minder energie te verbruiken om met dezelfde snelheid te reizen.
Ooit zal de leidvogel moe worden, op welk punt hij zich zal terugtrekken en iemand anders het zware werk van leidvogel zal laten doen terwijl hij achterin de kudde “rust”. Dit is precies het gedrag dat je in wielerwedstrijden ziet; teams van wielrenners wisselen de leider regelmatig af, zodat niet één wielrenner te moe wordt van het “breken van de wind”. Alle renners achter de leider ’trekken’ achter hem aan, waardoor ze hun snelheid behouden terwijl ze niet zo hard hoeven te trappen.
Waarom vliegen de vogels dan in een v-vormige zwerm in plaats van in een rechte lijn, zoals de wielrenners doen? Nou, het blijkt dat het klapperen met een vleugel een merkwaardig effect heeft op de lucht. De neerwaartse slag van de vleugel creëert kleine wervelingen in de lucht die van de vleugeltip komen en achter de vogel langs stromen. Deze wervelingen lijken op horizontale, wervelende trechters van lucht. Als de tweede vogel in een zwerm direct achter de leidende vogel zit, zullen de door de leidende vogel veroorzaakte wervelingen zich net voorbij de vleugeltippen van de tweede vogel bevinden. Als de tweede vogel zich echter zo verplaatst dat de middellijn van zijn lichaam zich direct achter de vleugeltip van de leidvogel bevindt, zal hij direct in de draaikolk terechtkomen. Deze draaiende werveling van lucht zal een beetje extra lift geven aan het lichaam van de tweede vogel, waardoor het gemakkelijker voor hem wordt om in de lucht te blijven. Als alle vogels in een zwerm zich op deze manier achter een andere vogel opstellen, ontstaat er een lijn die, vanuit onze positie als toeschouwers op de grond, lijkt op een V-vorm.
Het windblokkerend effect van de tocht, noch het liftend effect van de draaikolken schept een enorm verschil in het energieverbruik van de volgende vogel bij elke individuele vleugelslag tijdens de vlucht. Maar als je een gans bent die van plan is enkele honderden kilometers non-stop te trekken, dan is de energiebesparing die het vliegen in een V-formatie oplevert enorm. Dit is de belangrijkste reden waarom eenden en ganzen in staat zijn om vele kilometers te migreren in een relatief korte tijdspanne. En waarom de vogels in V’s vliegen.