God bezoekt de dodencellen regelmatig. Gevangenen die afschuwelijke misdaden hebben begaan, wenden zich tot Jezus Christus om vergeving en een nieuw leven te vinden. Buiten de gevangenismuren reageren de mensen met verwondering, wrok of ongeloof dat God er behagen in schept om zulke mensen te redden.
Het verhaal van Koning Manasse
Koning Manasse in de Bijbel kende Gods behagen uit de eerste hand. Vanuit zijn smerige cel in de dodencel van Babylon keek hij terug op jaren van onuitsprekelijke misdaden – het aanbidden van de zon en de sterren in de tempel van de Heer, het vergieten van het bloed van onschuldige mensen, het offeren van zijn eigen zonen aan afgoden.
Hij realiseerde zich dat zijn opstand tegen God hem niets dan pijn had gebracht. Toen keek hij op naar de God van zijn vaderen en riep om hulp. Gelukkig hoort de Heer altijd het geroep van de nederigen en verhoort Hij graag hun gebeden.
Het gebed van Manasse
Het is interessant dat de Bijbel ons niet vertelt wat koning Manasse tegen de Here God zei. In plaats daarvan wordt ons verteld hoe hij bad.
“In zijn benauwdheid zocht hij de gunst van de Here, zijn God, en hij verootmoedigde zich zeer voor de God van zijn voorvaderen. En toen hij tot hem bad, was de Heer ontroerd door zijn smeekbede en luisterde naar zijn smeekbede; daarom bracht hij hem terug naar Jeruzalem en naar zijn koninkrijk. Toen wist Manasse dat de Heer God is” (2 Kronieken 33:12-13 NIV).
Menselijkerwijs gesproken moeten zelfs Gods heilige profeten gedacht hebben dat koning Manasse te ver was gegaan opdat de Heer hem zou terugbrengen. Zijn zonden hadden het koninkrijk Juda immers zo diep in de afgodendienst gevoerd, dat het oordeel van de Heer over het volk niet ongedaan kon worden gemaakt. En zijn wanhoop over zijn goddeloosheid kon de mensen die hij had gedood en de gezinnen die hij had verpletterd, niet tot leven wekken.
Dankzij Gods vergeving kon koning Manasse toch als een vergeven man Gods tempel binnengaan. Bevrijd uit Babylon en nog een kans gekregen om te regeren, nam Manasse grote, stoutmoedige stappen om te laten zien dat zijn berouw echt was – het neerhalen van heidense altaren, het herstel van de Tempel en het in het openbaar aanbidden van de Heer.
Ik kan de schade van mijn daden zeker niet altijd ongedaan maken. Maar ik weet dat de zonden uit mijn verleden nooit zo groot zijn dat Gods liefde en barmhartigheid mij niet kunnen vergeven, mij niet kunnen herstellen en mij geen nieuwe start kunnen geven.
Het enige wat ik hoef te doen is mijzelf zeer verootmoedigen voor de Heer, mijn God, mij afkeren van mijn zonden, mij weer tot God wenden en Hem om vergeving vragen.
Manasse in de Bijbel
- Joseph geeft zijn eerstgeboren zoon de naam Manasse (Genesis 41:51) en jaren later wordt Manasse geadopteerd door Jozefs vader, Jakob (Genesis 48:5). Jozefs eerstgeboren zoon is de voorvader van een van de Israëlitische stammen. Deze wordt veel groter tussen de Exodus en de intocht in het Beloofde Land (Numeri 1:35 en 26:34). Mozes verdeelt de stam uiteindelijk in twee halve stammen (Numeri 32:33).
- De beroemdste afstammeling van de tweede halve stam van Manasse is Gideon (Richteren 6:15).
- Niet gerelateerd aan deze twee halve stammen, heet één van de afstammelingen van koning David Manasse. Zonder twijfel is Manasse de meest boosaardige koning van Juda, 2 Koningen 20:21-21:18 en 2 Kronieken 33:1-11. Niets kon de onvermijdelijke en verwoestende gevolgen van Koning Manasse’s decennia van boosheid stoppen (2 Koningen 21:20, 23:26, en 24:3 en Jeremia 15:4)
- Tot ieders schrik komt Koning Manasse tot inkeer, God herstelt hem, en hij leidt een grote opwekking (2 Kronieken 33:12-20).
- De grootste verrassing? De beroemdste afstammeling van koning Manasse is Jezus, (Matteüs 1:10).
David Sanford coacht leiders die gepassioneerd zijn over het aantonen van de relevantie van Jezus Christus op elk belangrijk gebied van het leven. Zijn boeken en bijbelprojecten zijn gepubliceerd door Zondervan, Tyndale, Thomas Nelson, Doubleday, en Amazon. Zijn toespraken varieerden van UC Berkeley (Californië) tot The Billy Graham Center at the Cove (North Carolina).