Cyanidevergiftiging kan het gevolg zijn van verschillende blootstellingen: woningbranden, industriële ongevallen, intoxicatie door drugs en planten. Klinische kenmerken zijn coma, ademhalingsstilstand en cardiovasculaire collaps. Het biologische kenmerk is melkzuurvergiftiging. Een plasma lactaatconcentratie > of = 10 mmol/L bij brandslachtoffers zonder ernstige brandwonden en > of = 8 mmol/L bij zuiver met cyanide vergiftigde patiënten is een gevoelige en specifieke indicator van cyanide intoxicatie. Veel antidota zijn beschikbaar en efficiënt. Therapeutische strategieën zijn echter nog steeds onderwerp van discussie. Ons doel was om conventionele behandelingen te vergelijken met hydroxocobalamine. Dit artikel geeft een overzicht van de literatuur over de behandeling van cyanidevergiftiging. De conventionele behandeling van cyanidevergiftiging omvat decontaminatie, ondersteunende en specifieke behandeling. Decontaminatie moet worden aangepast aan de vergiftigingsroute en ondersteunende behandeling mag nooit worden uitgesteld. Basic life support omvat onmiddellijke toediening van een hoog zuurstofdebiet, bescherming van de luchtwegen en cardiopulmonale resuscitatie. Geavanceerde levensreddende behandeling omvat mechanische beademing, catecholaminen- en natriumbicarbonaatinfusie. Ondersteunende behandeling is doeltreffend maar verandert niets aan het tijdsverloop of de lichaamsbelasting van cyanide. Er zijn talrijke antidota beschikbaar. Zuurstof gaat de werking van cyanide op mitochondriaal niveau doeltreffend tegen. Natriumthiosulfaat, methemoglobinevormers en kobaltverbindingen werken doeltreffend door cyanide te complexeren of om te zetten in niet-toxische stabiele derivaten. Wat echter de belangrijkste klinische toestand van cyanidevergiftiging betreft, namelijk rookinhalatie, moet niet alleen rekening worden gehouden met de doeltreffendheid van de tegengiffen, maar ook met hun veiligheid. Natriumthiosulfaat is zowel efficiënt als veilig, maar werkt met vertraging. Methemoglobinevormende agentia zijn krachtig, maar door de omzetting van hemoglobine in methemoglobine belemmeren zij de weefseltoevoer van zuurstof. Experimentele gegevens toonden een verhoogde mortaliteit aan bij met koolmonoxide en cyanide vergiftigde ratten die met deze middelen werden behandeld. Kobalt EDTA en hydroxocobalamine zijn efficiënt en werken onmiddellijk. Kobalt-EDTA is op molaire basis krachtiger; talrijke bijwerkingen beperken echter het gebruik ervan tot aangetoonde cyanidevergiftiging. In een prospectieve studie bleek hydroxocobalamine veilig bij brandslachtoffers met of zonder cyanidevergiftiging. De enige gerapporteerde bijwerking was een rode verkleuring van huid en urine. Geconcludeerd kan worden dat antidota nuttig zijn bij cyanidevergiftiging. Bij patiënten die verdacht worden van cyanidevergiftiging bevelen wij het gebruik aan van hydroxocobalamine als eerstelijns antidotum, vanwege de veiligheid ervan. Bij massale cyanidevergiftiging moet, vanwege de beperkte werkzaamheid van hydroxocobalamine, een continue infusie van natriumthiosulfaat worden geassocieerd.