Niemand weet hoe ze heette. We weten haar leeftijd of achtergrond niet. Hoe haar leven haar naar Parijs bracht, en hoe ze verdronk in de rivier de Seine.
Maar toen haar levenloze lichaam aan het eind van de 19e eeuw uit het troebele water werd gehaald, begon het meisje dat voor altijd bekend stond als L’Inconnue de la Seine (de onbekende vrouw van de Seine) aan een verbazingwekkend nieuw verhaal in de dood.
Dit vreemde tweede hoofdstuk, een surrealistisch naschrift dat niemand ooit had kunnen voorspellen, hielp uiteindelijk miljoenen levens redden, zelfs nadat haar eigen leven zo tragisch was afgekapt.
Of toch niet?
De precieze geschiedenis van wat er met L’Inconnue gebeurde, zowel voor als na haar noodlottige verdrinking, is een punt van discussie – één gehuld in een rafelige, fantasievolle Parijse legende. Maar wat volgt is de meest gangbare versie van een verhaal dat nu misschien 150 jaar oud is.
L’Inconnue, die naar schatting ongeveer 16 jaar oud was toen ze stierf, was mogelijk een zelfmoord. Niemand weet het zeker, maar er waren geen sporen op haar lichaam, en velen concludeerden dat ze zelfmoord had gepleegd.
Nadat ze uit de Seine was gehaald, werd ze naar het Parijse mortuarium vervoerd, en tentoongesteld naast de lichamen van andere onbekende doden om geïdentificeerd te kunnen worden.
Deze gruwelijke parade van naamloze lijken was een populaire afleiding in haar tijd.
“Er is geen enkel raam in Parijs dat meer toeschouwers trekt dan dit,” legt een hedendaags verslag uit.
Ondanks de menigte heeft niemand L’Inconnue herkend, althans niemand heeft zich gemeld.
Maar hoewel ze misschien nooit is geïdentificeerd door de menigte die haar lijk bijwoonde, wil dat niet zeggen dat ze onopgemerkt bleef.
Zelfs in de dood draaide haar serene verschijning hoofden. Een van die hoofden behoorde toe aan een begeleider van het mortuarium, die – zo gaat het verhaal – zo gefascineerd door haar was, dat hij een gipsafdruk van haar gezicht liet maken.
Het masker was een hit.
Nog niet lang daarna werd L’Inconnue’s verleidelijke, dodelijke gelijkenis gereproduceerd in facsimile’s die werden verkocht in souvenirwinkels in Parijs, vervolgens in Duitsland, en in de rest van Europa.
Het betoverende masker van dit onbekende dode meisje – door filosoof en schrijver Albert Camus omschreven als de “verdronken Mona Lisa” – werd een begeerd cultureel icoon.
Na verloop van tijd rustte L’Inconnue’s bevroren halve glimlach op schoorsteenmantels en hing in tekenkamers over het hele continent. Ze werd geplaatst in kunstenaarsateliers, waar ze werd bekeken als een zwijgend, roerloos model.
Maar niet alleen schetsers en schilders waren in de ban. Ook dichters en romanschrijvers raakten in vervoering.
Op een gegeven moment werd L’Inconnue een soort morbide meme voor schrijvers uit het begin van de 20e eeuw, die talloze dramatische geschiedenissen verzonnen voor deze heldin met gebroken hart, overspoeld door tegenslag en het gewicht van het water.
“De feiten waren zo schaars dat iedere schrijver op dat gladde gezicht kon projecteren wat hij wilde,” vertelde museumarchivaris Hélène Pinet in 2007 aan The Guardian.
“Dood in water was een heel romantisch concept. Dood, water en vrouw was een verleidelijke combinatie.”
Een criticus beschreef haar als “het erotische ideaal van de periode”, het esthetische sjabloon voor een “hele generatie Duitse meisjes die hun uiterlijk naar haar modelleerden”.
Een halve eeuw nadat deze explosie van roem en fascinatie was aangestoken, veranderde L’Inconnue weer in iets anders – met de hulp van een man die tientallen jaren na haar dood was geboren.
Zijn naam was Asmund Laerdal, en hij was een speelgoedfabrikant uit Noorwegen. Zijn bedrijf was in het begin van de jaren veertig begonnen met het drukken van kinderboeken en kalenders, en daarna met het maken van klein speelgoed van hout.
Na de oorlog begon Laerdal te experimenteren met een nieuw soort materiaal dat net zijn intrede had gedaan in de massaproductie: plastic.
Met deze zachte, kneedbare substantie maakte hij een van zijn beroemdste speeltjes: de ‘Anne’-pop, die in het naoorlogse Noorwegen werd uitgeroepen tot “speelgoed van het jaar… met slapende ogen en natuurlijk haar”.
Ze sliep dan wel, maar Anne was niet L’Inconnue. Tenminste, nog niet.
Op een dag verdronk de tweejarige zoon van Laerdal, Tore, bijna. Als zijn vader niet snel had ingegrepen – en het slappe jongetje uit het water had getrokken en het water uit zijn luchtwegen had geperst – zou alles heel anders zijn gelopen.
Dus toen een groep anesthesisten Laerdal benaderde en hem vertelde dat zij een pop nodig hadden om een nieuw ontwikkelde reanimatietechniek te demonstreren – een procedure die bekend staat als CPR – vonden zij een aandachtige, ontvankelijke luisteraar.
Met deze onderzoekers – onder wie vooral de Oostenrijkse arts Peter Safar, die had geholpen bij de uitvinding van de reanimatiemethode – begon Laerdal aan een project dat geschiedenis zou schrijven: het maken van een levensgrote paspop die mensen konden gebruiken om levensreddende technieken te oefenen.
Voor een timmerman die gewend was miniatuurauto’s en speelpoppen te maken, was het een uitdaging een realistische, functionele paspop te maken; een die de fysieke complexiteit van cardiopulmonale reanimatie betrouwbaar kon demonstreren.
Afgezien van de technische problemen, wat voor gezicht zou hij deze reusachtige pop geven?
Daarop herinnerde Laerdal zich een vreemde, raadselachtige, halve glimlach. Een sereen masker dat hij bij zijn schoonouders aan de muur had zien hangen
Het was natuurlijk L’Inconnue.
Laerdal behield de naam van zijn Anne-pop, maar gaf de nieuwe etalagepop het gezicht van L’Inconnue, samen met een lichaam van volwassen afmetingen – inclusief een inklapbare borstkas voor het oefenen van compressies, en open lippen om mond-op-mond reanimatie te simuleren.
Laerdal vond het belangrijk dat de etalagepop een vrouw zou zijn, omdat hij vermoedde dat mannen in de jaren zestig niet graag reanimatie zouden toepassen op de lippen van een mannelijke pop.
De etalagepop kreeg de naam Resusci Anne (Rescue Anne); in Amerika stond ze bekend als CPR Annie.
Sinds ze in de jaren zestig op de markt kwam, is Resusci Anne niet de enige reanimatiepop op de markt, maar ze wordt wel beschouwd als de eerste en meest succesvolle ‘patiëntsimulator’ ooit – verantwoordelijk voor het helpen van honderden miljoenen mensen bij het leren van de basisbeginselen van het redden van een leven met reanimatie.
Dit ongelooflijke aantal, verzameld in bijna 60 jaar van leven geven door mond op mond, is de reden waarom vaak wordt gezegd dat Resusci Anne het meest gekuste gezicht heeft van iedereen in de geschiedenis.
Heden ten dage schat het bedrijf Laerdal dat twee miljoen levens zijn gered door reanimatie.
Ironiek genoeg waren de meeste van deze reddingen het uiteindelijke resultaat van mensen die knielden en oog in oog kwamen te staan met de replica van een onbekend dood meisje uit Parijs – een Jane Doe die om het leven kwam lang voordat de techniek haar ooit had kunnen redden.
“De impact van deze paspop is enorm geweest,” zegt pediatrische intensive care specialist Marino Festa van het Children’s Hospital in Westmead, Sydney. “Het is het gezicht van simulatie in de gezondheidszorg – zoals aanvankelijk bepleit door Laerdal.”
Volgens Festa heeft Resusci Anne’s integratie van levensechte gelaatstrekken geholpen het realisme van reanimatietraining te verhogen, waardoor reanimatietraining intenser en stressvoller is geworden voor zowel clinici als leken – maar ook beter te onthouden als resultaat, wat het onthouden van de techniek helpt.
“Simulatietraining is begonnen met het begrijpen van ‘noodzakelijk realisme’ om memorabel leren te creëren dat overdraagbaar is naar de echte-wereld-situatie,” vertelde Festa aan ScienceAlert.
“Resusci Anne heeft ons geholpen dit te begrijpen.”
Mettertijd werd de reanimatie-replica zelf beroemd – los van L’Inconnue en de vervlogen trends van het eind 19e-eeuwse Parijs.
De tekst “Annie, are you OK?” uit het Michael Jackson-nummer “Smooth Criminal” stamt eigenlijk uit de Amerikaanse reanimatietraining, waarin studenten oefenen met het spreken tegen hun niet-reagerende plastic patiënt, reanimatie Annie.
Velen betwijfelen tegenwoordig echter of de onberispelijke gelaatstrekken van L’Inconnue’s masker ooit van een verdronken meisje afkomstig kunnen zijn – sceptici suggereren dat het gezicht van een lijk, vooral als het uit een rivier is gehaald, misvormd, opgeblazen of met littekens bedekt zou zijn.
Sommigen zeggen dat het ons bekende masker wel eens genomen zou kunnen zijn van een levend model dat poseerde voor een moulder – een mooi gezicht dat later op de een of andere manier werd meegesleurd in de legende van een ander meisje.
Voor degenen die onafhankelijk de geschiedenis van L’Inconnue hebben bestudeerd – zoals kinderarts en pedagoog Megan Phelps van de University of Sydney’s School of Medicine, die als onderdeel van haar onderzoek naar Parijs reisde – is de rijkdom van het mysterie haar eigen beloning.
“De uitdagingen van het leren van meer over haar verhaal en haar impact als een cultureel icoon hebben haar nog meer betekenis voor mij gegeven,” vertelde Phelps aan ScienceAlert.
“Ze is een raadselachtig figuur voor me geweest, en ik heb intens genoten van de figuurlijke en letterlijke reizen waarop ze me heeft meegenomen.”
Anderen bieden een alternatieve keten van gebeurtenissen aan voor hoe het beroemde masker tot stand is gekomen.
Misschien was het dode meisje inderdaad de oorspronkelijke basis van het masker, maar werden de gelaatstrekken opzettelijk omgevormd tot een esthetisch aantrekkelijker gezicht nadat de afdruk was genomen – om de smet van verdrinking en dood te verhullen.
Er zou ook een hybride mogelijkheid kunnen zijn ergens in het midden: L’Inconnue poseerde voor de afdruk toen ze nog leefde, en verdronk pas later zelf – op dat moment werd het masker beroemd, en groeide er een legende omheen.
Al deze hypothetische scenario’s zijn gesuggereerd, maar het enige ware verhaal zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen.
Het stoffelijk overschot van L’Inconnue zou in een ongemarkeerd paupergraf zijn gedumpt, en in politiedossiers uit die tijd wordt geen melding gemaakt van dit mysterieuze meisje.
“Ik denk niet dat we ooit zullen weten wie de jonge vrouw was,” zegt Phelps. “Ik vermoed dat ze model stond voor een kunstenaar, en dat haar beeltenis werd gebruikt om een masker te maken dat kon worden gebruikt om te oefenen met het kopiëren van tekeningen.”
Maar hoewel de morbide mythe een ontegenzeggelijk intrigerend, fascinerend verhaal oplevert dat we onszelf vertellen, doet het er misschien niet meer echt toe of we het mysterie oplossen.
W van wie dit gezicht in de 19e eeuw ook was, het uiteindelijke verhaal van L’Inconnue en Resusci Anne is iets dat elke persoon overstijgt: een gezicht dat een masker werd dat generaties lang een schoonheidsideaal belichaamde.
En pas daarna werd het iets nog groters: het letterlijke gezicht van een levensreddende techniek die voorkwam dat miljoenen anderen voortijdig stierven.
Hoe een dood meisje dat uit een rivier werd getrokken (of niet) zulke spectaculaire prestaties kon verrichten aan gene zijde van het graf is een ander blijvend raadsel. Maar de aanwijzingen zijn duidelijk te zien.
Daar, in de verstilde kalmte van haar gezicht, iets ondefinieerbaars, dat ons al die tijd naar haar toe trok, ons uitnodigde om haar wakker te maken, om haar weer tot leven te wekken, om te proberen haar te redden.
Zoals hoofdbrigadier Pascal Jacquin van de Parijse rivierpolitie in 2013 tegen de BBC zei: “Ze ziet eruit alsof ze slaapt en wacht op de prins op het witte paard.”