De rol van cyclische fotofosforylering in de fotosynthetische CO2-assimilatie werd onderzocht in geïsoleerde, intacte chloroplasten die in staat zijn tot hoge CO2-fixatiesnelheden. ATP, geproduceerd door endogene cyclische fotofosforylering, bleek een belangrijke rol te spelen in het verkorten van de vertragingstijd in CO2-assimilatie en in de vorming van suikerfosfaten. Remming van de cyclische of niet-cyclische fotofosforylering verminderde de totale CO2 -vastlegging aanzienlijk, maar gaf contrasterende patronen in de gevormde producten: meer suikerfosfaten en minder fosfoglyceraat wanneer de niet-cyclische fotofosforylering werd geremd en minder suikerfosfaten en meer fosfoglyceraat wanneer de cyclische fotofosforylering werd geremd. Antimycine A, dat de ferredoxine-gekatalyseerde cyclische fotofosforylering in kapotte chloroplasten remt, bleek ook de endogene cyclische fotofosforylering in intacte chloroplasten te remmen met als gevolg een afname van de totale CO2 assimilatie en de karakteristieke verschuiving naar meer fosfoglyceraat en minder suikerfosfaatvorming. De toevoeging van ATP aan chloroplasten die door antimycine A werden geremd, verviervoudigde de CO2-fixatiesnelheid en herstelde de producten in hun oorspronkelijke patroon. Deze resultaten ondersteunen het standpunt dat ATP, geproduceerd door cyclische fotofosforylering, essentieel is voor het handhaven van een hoge CO2 assimilatiesnelheid en een hoge ATP:NADPH verhouding die de omzetting van fosfoglyceraat in koolhydraten bevordert.