Problemen kunnen moeilijk te zien zijn
Een kind dat 20/20 kan zien, kan toch een oogprobleem hebben. Ouders en opvoeders gaan er vaak ten onrechte van uit dat als een kind door een schoolcontrole komt, er geen oogafwijking is. Veel schoolscreenings testen echter alleen op gezichtsscherpte van veraf, luie ogen (amblyopie) of ‘gedraaide’ ogen (strabismus)*. De visuele vaardigheden die nodig zijn voor succesvol lezen en leren zijn veel complexer.
Zelfs als een kind door de screening komt, moet het een uitgebreid optometrisch onderzoek ondergaan als:
- het tekenen of symptomen van een visusprobleem vertoont
- het niet optimaal presteert
- het minimaal kan presteren, maar daar veel tijd en moeite voor moet doen.
Visieveranderingen kunnen optreden zonder dat uw kind of u ze opmerkt. Daarom moet uw kind ten minste om de twee jaar een oogonderzoek ondergaan – vaker als er sprake is van specifieke problemen of risicofactoren, of als uw optometrist dat aanbeveelt. Hoe eerder een oogafwijking wordt ontdekt en behandeld, hoe groter de kans dat de behandeling succesvol is. Indien nodig kan de arts een behandeling voorschrijven, waaronder een bril, contactlenzen of visustherapie om eventuele oogproblemen te verhelpen.
1 op de 5 Australische schoolkinderen heeft nog nooit zijn ogen laten testen en zou kunnen lijden aan onopgemerkte oogproblemen^
*Bron: Review of guidelines for children’s vision screenings: Shelley Hopkins, B Optom; Geoff P Sampson, PhD; Peter Hendicott, PhD; Joanne M Wood, PhD FAAO, School of Optometry and Vision Science, Institute of Health and Biomedical Innovation, Queensland University of Technology.
^Een Lonergan-studie uitgevoerd in april 2014 onder 1.006 Australische ouders met kinderen tussen de 3-10 jaar.