Het aardopwarmingsvermogen (GWP) van een broeikasgas is het vermogen ervan om in de loop der tijd extra warmte in de atmosfeer vast te houden in vergelijking met koolstofdioxide (CO2). Dit wordt meestal berekend over een periode van 100 jaar, en staat bekend als het GWP over 100 jaar.
Het GWP hangt af van twee dingen: hoe effectief het gas is in het vasthouden van warmte terwijl het in de atmosfeer is, en hoe lang het in de atmosfeer blijft voordat het wordt afgebroken. Methaan (CH4) bijvoorbeeld breekt vrij snel af, de gemiddelde methaanmolecule blijft ongeveer 12 jaar in de atmosfeer. Aan de andere kant houdt CH4 warmte beter vast dan CO2, dat een veel langere levensduur heeft.
GWP’s stellen ons in staat de vraag te beantwoorden: als 1 kg van een bepaald broeikasgas een bepaalde hoeveelheid warmte vasthoudt, hoeveel CO2 zou dan dezelfde hoeveelheid vasthouden? Het GWP van methaan over 100 jaar is 25, dus als 1 ton methaan in de atmosfeer zou vrijkomen, zou dat dezelfde opwarming veroorzaken als 25 ton CO2. Dit wordt vaak omschreven als 25 ton CO2e, waarbij e staat voor equivalent.
Het hebben van een gemeenschappelijke schaal voor alle broeikasgassen maakt vergelijkingen mogelijk tussen emissies van verschillende activiteiten of sectoren. Dit helpt ons om te beslissen hoeveel moeite moet worden gedaan om de niveaus van de verschillende broeikasgassen te verlagen, en maakt emissiereductiestrategieën mogelijk die gericht zijn op verschillende gassen en tegelijkertijd de economische gevolgen minimaliseren.
Zie een lijst van verschillende broeikasgassen en hun GWP’s