Twee tariefwetten die tot de belangrijkste in de geschiedenis van de Verenigde Staten behoren, zijn de Fordney-McCumber tariefwet van 1922 en het Smoot-Hawley tarief van 1930. In de historische literatuur bestaan er twee belangrijke hypothesen over de totstandkoming van deze tariefwetten. Schattschneider (1935; Politics, Pressures and the Tariff: A Study of Free Private Enterprise in Pressure Politics, as Showned in the 1929-1930 Revision of the Tariff. Prentice-Hall: New York) betoogt dat de goedkeuring van Smoot-Hawley te danken was aan pressiegroeppolitiek. Pastor (1980; Congress and Politics of the United States Foreign Economic Policy 1929-1976. Univ. of California Press: Berkeley) betoogt dat de twee tariefwetten het gevolg waren van partijpolitiek. Ons artikel onderzoekt in hoeverre deze alternatieve hypothesen, geïntegreerd met de meer algemene empirische literatuur over de politieke economie van de handelspolitiek, een verklaring kunnen bieden voor de tariefstructuur na Fordney-McCumber en na Smoot-Hawley en voor de verandering in de tariefstructuur van 1923 tot 1930.